Dat is nodig omdat ze in toenemende mate concurrentie ondervinden van China, dat ook geld uitleent, maar daarbij veel soepeler te werk gaat.Dat heeft de president van Europese Investeringsbank (EIB), Philippe Maystadt, gezegd. De Britse zakenkrant Financial Times tekende in zijn editie van woensdag een aantal uitspraken op van de bankier, die dinsdag aanwezig was op een vergadering van de Europese ministers van Financiën in Brussel.

China is in toenemende mate actief in Afrika, waar het hulp verleent en kredieten verstrekt in ruil voor toegang tot grondstoffen als metalen en olie. Op die manier kan het land de snelle groei van zijn economie handhaven. China zelf heeft onvoldoende hulpbronnen om door te groeien, zeker in het huidige tempo.

Ontwikkelingsbanken zoals de Wereldbank hechten grote waarde aan de voorwaarden waaronder ze leningen verstrekken. Het gaat daarbij onder meer om de naleving van mensenrechten en het tegengaan van milieuvervuiling. Op dat vlak neemt China het echter een stuk minder nauw.

China heeft door zijn handelwijze verscheidene projecten in Afrika en Azië kunnen beginnen waar de EIB ook graag in was gestapt, zegt Maystadt. Volgens hem moet de internationale financiële gemeenschap hier iets mee. „We moeten nadenken over voorwaarden die we willen opleggen”, zo zegt hij.

Maystadt vindt het van groot belang dat de EIB en de Wereldbank voorwaarden blijven stellen aan het verstrekken van leningen. Op die manier kunnen nationale hervormingen in het desbetreffende land worden bespoedigd. De bankpresident voelt zich gesteund door de Afrikaanse staat Mali, waar hij onlangs zelf is geweest. De regering daar zegt juist belang te hechten aan het toepassen van strikte voorwaarden.

De Europese Investeringsbank heeft een jaaromzet van 45 miljard euro. De bank opereert vooral in de Europese Unie, maar is ook daarbuiten actief met ontwikkelingsprojecten.