Evolutie of niet, er is meer dan wetenschap alleen
AMSTERDAM - Als kemphanen staan ze soms tegenover elkaar. Gelovig versus wetenschappelijk? Het slotdebat over weten en geloven, dinsdagavond in de Beurs van Berlage, laat zien dat het antwoord op deze vraag gecompliceerd is.
Een bont gezelschap is het dat onder luid applaus het podium in de grote glazen ’kooi’ midden in de beurs betreedt: prof. dr. F. A. Bais (natuurkundige, UvA), dr. W. E. A. van Beek (cultureel antropoloog, Leiden), prof. dr. A. van de Beek (theoloog, VU), prof. dr. C. Dekker (moleculair biofysicus, TU Delft), dr. T. Goldschmidt (evolutiebioloog), prof. dr. ir. H. Jochemsen (directeur van het Lindeboom Instituut, Ede) en prof. dr. S. B. J. Menken (evolutiebioloog, UvA).Organisator van het spektakel is de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Sinds september organiseert zij in de Beurs van Berlage een aantal dubbellezingen over geloof en wetenschap - avonden die geheel uitverkocht zijn. De lezingencyclus ligt in het verlengde van wat minister Van der Hoeven (Onderwijs) in 2005 voorstelde: de relatie tussen religie en wetenschap op de agenda zetten. Het resulteerde in een discussie over evolutie en Intelligent Design (ID). De aftrap werd gegeven op 1 januari dit jaar met een uitzending van het televisieprogramma Buitenhof getiteld ”God of Darwin”.
Nietsist
Dinsdagavond konden de sprekers van de sessies in de afgelopen maanden reageren op stellingen. „Wetenschappelijk onderzoek van de ID-theorie is onwenselijk”, luidde de eerste.
Goldschmidt, een „nietsist”, zoekt een verklaring voor de vraag: Hoe kunnen uit de oersoep van de aarde honderden miljoenen biologische soorten ontstaan, en dat in 4 miljard jaar? Hij wil niet de toevlucht nemen tot ID. „De ID-theorie is een bizarre poging om de bijzondere status van de mens te redden. Je kunt best gaten in de evolutieleer aanwijzen, maar dan moet je serieus onderzoek verrichten, geen beroep doen op bovennatuurlijke oorzaken.”
Dekker reageert dat evolutie en ID wél verenigbaar zijn. Vanuit Gods perspectief is het evolutieproces (waarin hij wel gelooft) niet toevallig. Er is in de natuur een ontwerp te herkennen dat wijst op een fijne afstemming in de kosmos. Ontwerp en toeval horen beide echter niet in de natuurwetenschap, maar in de filosofie. Al is de discussie rond ID gepolariseerd, erkent Dekker, toch ziet hij toekomst in de ID-theorie om de complexiteit binnen de evolutie in kaart te brengen.
„Als u uitgaat van ID, is er dan een doel?” vraagt de presentator. „Dan vraagt u naar mijn levensbeschouwing”, pareert Dekker. En die is, zo zegt hij onomwonden, „dat er een God is die alles geschapen heeft.”
Goldschmidt heeft veel „krankzinnige” dingen gelezen in de boeken van Dekker. Bijvoorbeeld dat alle organismen door God geschapen zijn, en dat pas na 4 miljard jaar de mens als een intelligent zoogdier zou ontstaan. Met de lachers op de hand: „Moet God dan zo lang wachten op publiek?”
Fundamentalisering
Van Beek (Leiden): „Evolutie is lang geen issue geweest, maar is dat geworden door de fundamentalisering, die zich profileert door een aanval op het darwinisme. Bij moslims komt dat proces vertraagd op gang, eveneens vanuit een fundamentaliseringstendens.” Bais trekt daarop behoorlijk fel van leer: ID is geen goed programma, heeft geen basis in de wetenschap en al de voorbeelden die door ID worden aangehaald, zijn door biologen afgekraakt.
Jochemsen vindt wetenschap zonder ethische grenzen „gewetenloos”, reageert hij op een andere stelling. Wetenschap en kennis als zodanig kennen geen beperkingen, wel de toepassing ervan. Ethiek is een wetenschappelijke discipline die uitgaat van een mensbeeld: dat kan christelijk, islamitisch of humanistisch zijn. „Iedereen hanteert bepaalde vooronderstellingen, ook over hoe de wereld in elkaar steekt.”
Beeld van God
VU-theoloog Van de Beek vindt dat de mens zich niet door zijn moraal onderscheidt van het dier. Ook dieren hebben volgens hem een moraal, in de zin van het tonen van al dan niet sociaal gewenst gedrag. Het beroep op het unieke van de mens komt, aldus Van de Beek, uit de filosofie en de godsdienst, in christelijke zin: het beeld van God. „De relatie met God is het bijzondere van de mens. De uniciteit van de mens heeft uitsluitend een theologische grond, een geloofsgrond. De mens is gewoon een stoffig dier, uit de aarde geschapen, maar om dat dier slaat God Zijn liefdevolle armen.”
Van de Beek ziet geen tegenstelling tussen geloof en weten. Als hij zegt dat het in het geloof om de „diepere vragen” gaat, zoals het feit dat God liefde heeft tot de mens, reageert Bais gepikeerd: Stelt geloof diepere vragen? Stel: religie is een product van evolutie, dan zou wetenschap oudere papieren kunnen hebben dan religie. Voor Bais is het rationeel alleszins aannemelijk dat de mens uit de evolutie voortkomt. Jochemsen springt daarop van zijn stoel: „U bent nu al bezig met geloof en filosofie, want de stelling dat we voortkomen uit de evolutie is al een geloofsuitspraak.”
Moleculair bioloog prof. dr. R. Plasterk, die ook op het lijstje sprekers staat, is verhinderd. Zijn stelling wordt voorgelezen: „Christelijke wetenschap bestaat niet - je hebt goede en slechte wetenschap.” Goldschmidt is het daarmee eens. Evolutie is gewoon een wetenschappelijke theorie, meent hij, en heeft niets met geloof of zingeving te maken. Hij is voorstander van een „harde aanpak”: „Moslims, ook imams, moet je verplicht kennis laten maken met de evolutietheorie. Veel moslims zijn onverdeeld creationisten die je moet bijscholen.”
Jochemsen is het daar faliekant mee oneens. Hij brengt een onderscheid aan: evolutietheorie en evolutionistisch geloof. „Van de eerste moet je kennisnemen, tegen het tweede, vooral als je dat krijgt opgelegd, moet je je keren.”
Beperktheid wetenschap
Dan is het de beurt aan de laatste stelling: „Een zuiver wetenschappelijke houding kan alleen tot atheïsme leiden.” Van de Beek antwoordt dat er meer is dan rede en een te verifiëren en generaliseren waarheid. Morele beslissingen vallen er bijvoorbeeld buiten.
Jochemsen doet er een schepje bovenop. Moderne wetenschap gaat uit van het methodisch atheïsme: zij verklaart verschijnselen zonder rekening te houden met God. Een zuiver wetenschappelijke houding weet van de beperktheid van wetenschap. Er is wel conflict tussen christelijk geloof en wetenschapsgeloof. Iedere vorm van weten gaat uit van vooronderstellingen die een geloofshouding impliceren. Dekker, tot slot: „Het is weten én geloven.”