Buitenland

VS vechten langer in Irak dan in WO II

WASHINGTON - Het Amerikaanse leger vecht sinds zondag langer in Irak dan het deed in de Tweede Wereldoorlog. De strijd in Irak duurt al drie jaar en ruim acht maanden.

Buitenlandredactie
27 November 2006 09:57Gewijzigd op 14 November 2020 04:18

Alleen tijdens de oorlog in Vietnam (acht jaar en vijf maanden), de onafhankelijkheidsstrijd tegen de Britten (zes jaar en negen maanden), en de Burgeroorlog (vier jaar) vochten Amerikaanse troepen langer dan in Irak. Amerikaanse troepen zijn momenteel al vijf jaar en een maand in Afghanistan, maar het valt te betwijfelen of dat conflict is te definiëren als een echte oorlog.De Amerikaanse vicepresident Dick Cheney sprak zaterdag in Saudi-Arabië met de Saudische koning Abdullah. De verwachting is dat Cheney de koning om hulp zou vragen bij het oplossen van de problemen die de Amerikanen ondervinden in Irak. Het soennitische Saudische koningshuis kan mogelijk zijn invloed aanwenden om soennitische opstandelingen in het buurland ertoe te bewegen de wapens neer te leggen.

De sektarische strijd in Irak neemt steeds gruwelijker vormen aan. Vooral donderdag was een nieuw dieptepunt. In een sjiitische wijk in Bagdad werden toen 215 mensen omgebracht. Felle gevechten tussen agenten en soennitische opstandelingen in de Iraakse stad Baquba hebben in het weekend opnieuw tientallen levens gekost.

De Amerikaanse president Bush ontmoet woensdag en donderdag de Iraakse premier Nuri al-Maliki (een sjiiet) in de Jordaanse hoofdstad Amman. Saudi-Arabië zou er veel aan gelegen zijn om de macht van sjiitische milities, waarop Al-Maliki’s machtspositie deels berust, in te perken.

Uit een Amerikaans rapport blijkt overigens dat Iraakse opstandelingen zichzelf financieel prima kunnen redden en zelfs geld over hebben om terreurcellen in het buitenland te bekostigen. Tientallen miljoenen dollars verdienen de rebellen met oliesmokkel, ontvoering, valsemunterij, via malafide liefdadigheidsinstellingen en andere misdaden, meldde de New York Times zondag.

De inkomsten van de opstandelingen worden geraamd op tussen de 70 en 200 miljoen dollar per jaar. Ze zouden alleen al aan losgeld een slordige 36 miljoen hebben binnengekregen. Oliesmokkel met hulp van corrupte overheidsfunctionarissen levert tussen de 25 en 100 miljoen op.

Het rapport biedt weinig hoop voor de toekomst. Er is weinig dat snel kan worden gedaan om de geldkraan voor de terroristen dicht te draaien. Het geeft aan hoe weinig de Amerikanen na een verblijf van 3,5 jaar weten van Irak en van cruciale onderdelen van de operaties van opstandelingen. Daarnaast schetst het een bedroevend beeld van de mogelijkheden en/of de wil van de Iraakse regering om iets tegen de rebellen te doen.

Indien de schattingen accuraat zijn hebben de terroristen en opstandelingen in Irak zelf een overschot op de begroting om daar andere terreurorganisaties buiten Irak mee te kunnen steunen.

Sommige terrorisme-experts die van The New York Times inzage in het rapport hebben gekregen, doen het document af als niet erg precies en speculatief.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer