Idiologie
De verkiezingen zijn weer achter de rug. De kiezer heeft volgens sommigen een slagveld achtergelaten. Gezien de grote verkiezingswinst van Marijnissen en Wilders en de gevoelige verliezen van PvdA, VVD en in mindere mate CDA ligt een dergelijke term voor de hand. Het beeld van de verkiezingen als een oorlog lijkt te corresponderen met een polarisatie in de politiek. De tegenstellingen tussen links en rechts zijn scherp, of worden in ieder geval zo scherp mogelijk aangezet.
Ik ben geen historicus. Toch kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat het uitvergroten van tegenstellingen en het uit de weg gaan van compromissen in zekere zin on-Nederlands is. Vanouds wordt Nederland geregeerd door partijen met een lange traditie die, met name in de tijd van de verzuiling, rust en stabiliteit nastreefden in de landsregering. Partijen steunend op een maatschappelijke elite of in ieder geval met maatschappelijk draagvlak.In de beschouwingen over de verkiezingsuitslag van woensdag werd gesproken over een terugkeer van de ideologie, waarbij verwijzingen volgden naar met name de periode-Den Uyl/Van Agt. Betekent de toegenomen polarisatie ook een terugkeer van de oude ideologieën?
De oude tegenstelling tussen liberalisme en socialisme lijkt weer springlevend. SP en VVD waren bijna levensechte acteurs in een heuse klassenstrijd. Het debat over marktwerking en herverdeling van economische baten is weer terug. In de bejegening van de ChristenUnie door zowel Bos als Rutte was ook de tegenstelling tussen confessionelen en niet-confessionelen op een pijnlijke manier weer terug. Het CDA kreeg vanuit zijn eigen achterban en zijn belangrijkste maatschappelijke partner, het CNV, het verwijt dat het zich door de VVD in de afgelopen periode zijn ideologische veren heeft laten afplukken.
De oude ideologieën bestonden niet uit slechts een politiek programma, maar belichaamden een utopisch vergezicht, gepaard aan een min of meer coherent systeem van normen en waarden. De oude ideologieën zijn alle ontstaan in de studeerkamers en waren dus in zekere zin nogal ’geleerd’. Die geleerdheid en het alles-of-nietskarakter van de oude ideologieën zie ik in de nieuwe ’terugkerende ideologische wind’ niet echt terug. De SP en Wilders hebben -in de woorden van Rouvoet- wel een scherp profiel, maar hun ideologische grondslag is op z’n minst nogal onduidelijk. Nog steeds is niet volledig duidelijk of de SP het maoïsme nu wel of niet definitief heeft afgezworen. Haar strijd tegen armoede verdraagt zich in ieder geval op het eerste gezicht moeilijk met het straffe integratiestandpunt. De ideologie van Wilders lijkt niet verder te gaan dan de vrees voor een ”clash of civilizations”.
Ik zou daarom willen voorstellen de huidige polarisatie te benoemen als een teken van idiologie (met ”i” in plaats van ”e”). Die lettercombinatie kennen we uit woorden zoals idioom (taaleigen), idiosyncratie (eigenaardigheid) en idioterie. In plaats van een uitgewerkt systeem van opvattingen en leerstellingen (wat wij levens- of wereldbeschouwing plegen te noemen), is sprake van concentratie op één programmatisch punt. Van een brede doordenking in consequenties is daarbij niet of slechts beperkt sprake. Dat betekent onvoorspelbaarheid en potentieel ernstige maatschappelijke instabiliteit.
De stabiliserende en voorspellende werking van de grote politieke partijen reikt immers veel verder dan alleen het Binnenhof. Haar invloed -al dan niet als overblijfsel van de verzuiling- strekt zich uit tot de vele adviesorganen van de overheid, het provinciale en het lokale bestuur, maar ook in rechtspraak, media en economie (de elites van werkgevers- en werknemersorganisaties). Die ’verlengde arm’ staat of valt met het gedachtegoed dat de daarbij betrokkenen bindt. Belangen houden mensen niet samen. In toenemende mate zal ook de samenleving in haar geheel met ’idiologische’ problemen worden geconfronteerd. De grote schokken in het politieke landschap zullen doordeinen in de rest van de samenleving. Daarbij zouden we de ideologie wel eens hard nodig kunnen hebben en valt het verlies van PvdA, VVD en CDA te betreuren.
De auteur is advocaat bij KBS advocaten te Utrecht.