Dat blijkt uit een bijna afgerond onderzoek van drs. Haske van der Vorst van de Radboud Universiteit (RU) Nijmegen dat zij gisteren presenteerde tijdens het 23e Symposium Gezinsonderzoek.Uit het langdurig onderzoek onder 400 „hoeksteengezinnen” (vader, moeder, twee pubers) blijkt dat ouders van kinderen die niet of nauwelijks drinken „veel strengere” regels in hun opvoeding hanteren. Ouders van kinderen die stabiel drinken (vijf tot tien glazen per week) en van de „verontrustende groep” kinderen die snel meer gaan drinken (van 5 naar 35 glazen per week in vijf jaar tijd) hebben geen strenge regels voor alcoholgebruik „of vinden alcoholgebruik heel normaal”, aldus Van der Vorst.

„Het is belangrijk het moment dat kinderen beginnen met drinken uit te stellen”, concludeerde de Nijmeegse onderzoekster. Ook adviseerde zij geen voorbeeld te geven. „Drink zo weinig mogelijk alcohol in het bijzijn van kinderen.”

Vaders zijn geneigd meer te investeren in kinderen die lichamelijk op hen lijken dan in kinderen die niet op hen lijken, beweerde dr. Judith Dubas van de Universiteit Utrecht. Moeders zouden daarentegen beter zorgen voor kinderen die in hun persoonlijkheid op hen lijken.

Dubas benadrukte dat dit evolutionistisch onderzoek betreft. Aantrekkelijke kinderen zouden meer aandacht van hun ouders krijgen omdat zij voor kwalitatief beter nageslacht zouden zorgen. Dubas baseert haar bevindingen op grond van haar onderzoek met reukproeven. Zeventig procent van de onderzochte ouders herkent aan de geur van een gebruikt T-shirt of die van hun kinderen van 3 tot 12 jaar is of niet.

Dagvoorzitter prof. dr. J. Gerris van de RU toonde zich enthousiast over dit onderzoek. Dat bevat volgens hem nieuwe gezichtspunten over onbewuste processen in de mens.