De DCMR controleerde vorig jaar 4100 bedrijven. Het accent lag daarbij op risicovolle bedrijven en bedrijven met een hoge milieubelasting. „Bij deze categorie valt namelijk een grotere milieuwinst te behalen”, aldus de DCMR. Preventief zijn er in totaal 2400 bedrijven gecontroleerd. Na incidenten of klachten zijn er 1700 bedrijven bezocht in Rotterdam en haar deelgemeenten.

In vrijwel alle branches zijn volgens de DCMR de technische voorzieningen geplaatst die nodig zijn om verontreinigingen en ongelukken met gevaarlijke stoffen te voorkomen. Zo zijn er sprinklerinstallaties, scheidingswanden, deugdelijke vaten om gevaarlijke stoffen op te bergen en brandblusapparaten, maar de regels rond die voorzieningen worden niet altijd goed nageleefd.

„Bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken, moeten bijvoorbeeld een journaal bijhouden waarin staat wanneer er welke stoffen zijn opgeslagen. Dan is bij een calamiteit direct duidelijk welke stoffen in het bedrijf aanwezig zijn”, licht een woordvoerster van de DCMR donderdag toe. De journaals worden echter niet altijd consequent bijgehouden. Ook ontbreekt het regelmatig aan keuringen van tankstations en brandblusapparaten en worden de voorzieningen niet altijd goed gebruikt of onderhouden, meldt het jaarverslag.

In de zogeheten uitgave Handhaving Milieu 2001 wijst de DCMR er op om bedrijven aan te zetten tot naleving van de voorschriften die aan de milieuvoorzieningen hangen. „Dat kan via voorlichting, bedrijfsmilieuplannen en een milieujaarverslag.”