VN helpen bij onderzoek naar moord op Gemayel
NEW YORK - De VN-Veiligheidsraad heeft gisteravond toegezegd dat de volkerenorganisatie Libanon zal helpen bij het onderzoek naar de moord op minister Gemayel. De raad stemde unaniem in met het sturen van het onderzoeksteam dat ook de moord op de voormalige Libanese premier Rafik Hariri heeft onderzocht.
Het VN-team onder leiding van de Belg Serge Brammertz onderzoekt momenteel ook veertien incidenten die zich na de dood van Hariri hebben voorgedaan. Alle vijftien zaken houden op enigerlei wijze verband met elkaar, stelde de Belg in een voorlopig rapport.Minister Gemayel van Industrie, tegenstander van Syrische inmenging in Libanon, werd dinsdag door onbekenden doodgeschoten. De regering heeft drie dagen van nationale rouw afgekondigd. Premier Fouad Siniora vroeg de Veiligheidsraad in een brief om hulp.
De Veiligheidsraad liet woensdag in een brief aan secretaris-generaal Kofi Annan weten „vastbesloten te zijn de Libanese regering te steunen in haar pogingen gerechtigheid te doen gelden ten aanzien van de daders, organisatoren en helpers van de moordaanslag op Pierre Gemayel en ander moordaanslagen.” Het team van Brammertz krijgt van de raad de uitnodiging zijn technische ondersteuning aan de Libanese autoriteiten uit te breiden voor dit onderzoek, luidde het verder.
De Amerikaanse VN-ambassadeur John Bolton verklaarde te hopen dat de onderzoekers van Brammertz zo snel mogelijk aan het werk kunnen nu de bewijzen nog vers zijn en voordat er obstructie kan plaatshebben.
De angst groeit dat het bloedige geweld terugkeert dat Libanon van 1975 tot 1990 in zijn greep hield. Vooral het feit dat de 34-jarige maronitische christen Gemayel in zijn auto van dichtbij werd doodgeschoten, doet vele Libanezen terugdenken aan de dagen van de burgeroorlog.
Gemayel is al de zesde anti-Syrische journalist of politicus die de afgelopen twee jaar zijn vermoord. De vorige vijf aanslagen werden gepleegd met autobommen. De viering van Onafhankelijkheidsdag gisteren was een sombere aangelegenheid. Alle feestelijkheden waren geschrapt.
Sa’ad Hariri, leider van de anti-Syrische coalitie, beschuldigde Damascus ervan achter de aanslag te zitten. De Syrische regering van Bashar al-Assad ontkent elke betrokkenheid en noemde de moord een verwerpelijk misdrijf. De aanslag is internationaal scherp veroordeeld.
Door de aanslag zijn de politieke verhoudingen verder onder druk komen te staan. De kans dat de spanningen tussen de anti-Syrische regering en de pro-Syrische oppositie, geleid door Hezbollah, verder oplopen is groot. Hezbollah is uit op de val van de in zijn ogen pro-Amerikaanse regering. Zes pro-Syrische ministers stapten vorige week uit het kabinet.
De Syriërs liggen sinds februari 2005 onder vuur. Toen kwam de Libanese oud-premier Rafik Hariri om bij een aanslag. Syrische troepen moesten na massale protesten uit Libanon vertrekken. Volgens VN-onderzoek waren hoge Libanese en Syrische veiligheidsfunctionarissen bij de dood van Hariri betrokken.