Melkquota hebben hun langste tijd gehad
BRUSSEL - De melkquota lijken in 2015 te worden afgeschaft. „Onder de EU-ministers is onvoldoende steun voor verlenging”, voorziet CDA-landbouwspecialist in het Europees Parlement Albert Jan Maat. Hij bepleit een geleidelijk vrijer systeem als overgang naar de toekomstige situatie.
Als er niets gebeurt zal per 31 maart 2015, conform een afspraak uit 2003, het stelsel van productiebeheersing verdwijnen. Alsnog kiezen voor voortzetting van het regime vereist een nieuw besluit, met gekwalificeerde meerderheid, en die ontbreekt waarschijnlijk.Eind 2007 presenteert Eurocommissaris Fischer Boel (Landbouw) een verslag over de stand van zaken in de zuivelsector en doet zij voorstellen voor hoe het verder moet. Zij hoopt dat op basis daarvan de ministers, die uiteindelijk beslissen, in 2008 duidelijkheid verschaffen. De melkveehouders hebben vroegtijdig zekerheid nodig, beaamde de Deense recent tijdens een spoeddebat in het EP.
Maat verwacht dat zij mandaat krijgt om toe te werken naar een marktgerichte benadering. Hij analyseert: „We lopen een beetje vast. De aankoop van quotum is in Nederland schreeuwend duur. Die hoge kosten zetten de rendementen van de bedrijven onder druk. Tegelijk wordt in Groot-Brittannië de toegestane hoeveelheid niet volgemolken. De huidige aanpak functioneert gewoon niet meer goed.”
Begin jaren tachtig kampte de EU met enorme overschotten, de zogenoemde zuivelplas. De gegarandeerde prijs fungeerde als een stimulans om de capaciteit almaar uit te breiden. Om die ongewenste ontwikkeling een halt toe te roepen, volgde op 1 april 1984 de invoering van de quota. Vanaf die datum geldt er voor elke boer een maximum voor de productie, qua hoogte afhankelijk van de omvang van zijn onderneming op een peildatum in het verleden. Bij overschrijding van het plafond treedt de superheffing in werking, een boete in de vorm van een korting op de prijs, die het onaantrekkelijk maakt te veel melk te leveren.
„Dat was toen een goed instrument. Nu verkeren we echter in totaal gewijzigde omstandigheden”, aldus Maat. „De vraag naar zuivel wereldwijd neemt jaarlijks met 1 procent meer toe dan het aanbod, maar wij kunnen door de beperkingen die wij onszelf opleggen daar niet op inspelen. Het aandeel van de EU in de mondiale omzet is de laatste tijd met 4 procent gedaald. Europa mist dus de boot, het doet zichzelf tekort. Verder zie je dat de prijzen op de wereldmarkt zijn gestegen en dat betekent een kleiner verschil met onze prijzen.”
Al met al denkt de christendemocratische volksvertegenwoordiger dat er straks geen reden zal zijn om het systeem te handhaven. „Laten we de resterende periode tot 2015 benutten om langzaam te wennen aan de situatie daarna.”
Maat heeft in dat verband bij Fischer Boel een aantal concrete suggesties gedeponeerd die gericht zijn op een verwatering van de bestaande regeling.
Zo wil hij dat de productierechten internationaal verhandelbaar worden: een Nederlandse boer moet quotum kunnen kopen van een collega elders in de EU. Tevens oppert hij een verevening op Europees niveau toe te passen, die voorkomt dat de productie in de Unie als geheel onder de gezamenlijke bovengrens blijft.
Zijn pakket omvat voorts een verruiming van het quotum voor melkveehouders en coöperaties die hun producten afzetten zonder steun uit Brussel en een verlaging van de strafheffing voor betrokkenen in het geval zij de limiet overschrijden. Geld voor plattelandsontwikkeling komt in zijn plannen beschikbaar om degenen die het niet redden te helpen bij omschakeling naar een andere economische activiteit.
De Eurocommissaris geeft aan wel te voelen voor een dergelijke opzet. Zij sprak in de discussie met het EP van een overgangsperiode die zich kenmerkt door een „flexibeler quotasysteem” en dat met de bedoeling een, zoals zij het uitdrukte, „zachte landing” te bevorderen.
Over de gevolgen van de mogelijke aanpassingen voor de boeren zegt Maat: „Het hangt ervan af hoe iemands positie is. Ben je 55 jaar en heb je geen opvolger, dan hoop je dat er niks verandert. Dan kun je immers als je stopt je quotum voor een goede prijs verkopen. Ben je een jonge melkveehouder en probeer je te groeien, dan ben je uiteraard gebaat bij het wegvallen van de kostenpost die voortvloeit uit het verwerven van quotum.”
Fischer Boel benadrukt als het gaat om de toekomstperspectieven dat agrarische bedrijven die efficiënt opereren, straks kunnen profiteren van de geliberaliseerde wereldmarkten. „Het meestbelovende scenario voor de lange termijn is dat zonder quota”, meent zij dan ook.