Buitenland

Iran, sleutel tot oplossing in Irak

NEW YORK - Vormt Iran de sleutel tot de oplossing van de problemen in Irak? Dat is een vraag waarover in Washington hevig wordt gedebatteerd aan de vooravond van de presentatie van evaluaties van de situatie rond Irak.

Van onze correspondent
23 November 2006 09:44Gewijzigd op 14 November 2020 04:18

Twee weken geleden verloren Republikeinse partijgenoten van president Bush hun meerderheid in het Huis van Afgevaardigden en in de Senaat. Sindsdien roepen tal van Democraten dat een oplossing van de problemen in Irak onmogelijk is zonder de medewerking van de landen rond Irak, en dan vooral van Syrië en Iran. De onafhankelijke commissie-Baker/Hamilton zou volgens ingewijden hetzelfde suggereren. De Britse premier Tony Blair heeft dit idee intussen openlijk gesteund.Door Iran en Syrië in te schakelen zou men de stroom van wapens naar de opstandelingen in Irak kunnen blokkeren. Teheran zou verder een matigende invloed kunnen hebben op figuren zoals de sjiitische rebel Muqtada al-Sadr, wiens gewapende bendes dood en verderf zaaien in soennitische kringen. Damascus zou de trainingsfaciliteiten op Syrisch grondgebied voor de gewapende opstandelingen moeten sluiten.

Toen er na de verkiezingen in Washington voor het eerst openlijk over deze optie werd gespeculeerd, reageerde president Bush niet onverdeeld enthousiast. Tijdens het recente bezoek van de Israëlische premier Ehud Olmert zei de Amerikaanse president dat Iran „een bedreiging voor de wereldvrede” vormt. Hij doelde daarmee op Teherans nucleaire beleid, dat volgens de Amerikanen -en trouwens ook volgens verschillende Europese landen- gericht is op de productie van kernwapens.

Enkele dagen geleden werd bekend dat de inlichtingendienst CIA hierbij kanttekeningen plaatst. Niet dat de CIA twijfelt aan de nucleaire ambities van Teheran, maar Iran is volgens de inlichtingendienst nog jaren verwijderd van de productie van een kernbom. Dat schrijft de gezaghebbende onderzoeksjournalist Seymour Hersh in het blad The New Yorker. Iran zou voorlopig dus nog geen concrete nucleaire bedreiging vormen voor Amerika of voor Washingtons belangrijkste bondgenoot in de regio, Israël.

Het Witte Huis reageerde korzelig op het artikel. Dat zat volgens woordvoerster Dana Perino „vol met onjuistheden.” Deze reactie kan nauwelijks verwonderen, vinden sommige analisten. Er is namelijk een factie binnen de regering-Bush die pleit voor militair optreden tegen Iran „nu het nog kan.” Dat wil zeggen, nu president Bush nog aan het bewind is. Een concrete nucleaire bedreiging zou een uitstekende „aanleiding” zijn voor militaire actie.

„Een groep neoconservatieven binnen de regering-Bush ziet Iran namelijk als een dubbel probleem”, aldus politiek analist David Boaz van het Cato Research Instituut in Washington. „In de eerste plaats is er Irans nucleaire beleid, dat koste wat het koste wat het kost „onder controle” moet blijven. Verder is er de rol van Iran in Irak, met name de invloed van het sjiitische Iraanse regime op de sjiietische meerderheid in Irak. Figuren zoals de anti-Amerikaanse Iraanse president Mahmud Ahmadinejad moedigen volgens deze groep de antidemocratische (lees: anti-Amerikaanse, red.) partijen in Irak aan. De enige manier om dit dubbele Iraanse probleem effectief aan te pakken is militair ingrijpen volgens deze groep”, zegt Boaz.

Een van de ferventste pleitbezorgers van deze aanpak is David Wurmser, adviseur van vicepresident Dick Cheney. Die verklaarde zelf kort na de parlementsverkiezingen dat de Democraten niet in staat zouden zijn -ondanks hun meerderheid- „om ons Iranbeleid iets in de weg te leggen.” Wat Cheney daarmee precies bedoelde is niet duidelijk, maar Wurmser heeft zich in het verleden al meermalen uitgesproken voor „verandering van regime” in Iran. Hetzelfde recept dus als in Irak.

Is deze groep van plan de wereld voor het vertrek van president Bush in januari 2009 (wanneer zijn tweede en laatste ambtstermijn afloopt) nog op te zadelen met een derde oorlog, na Irak en Afghanistan? „Dat zou complete waanzin zijn”, meent Richard Armitage, plaatsvervangend minister van Buitenlandse Zaken onder Colin Powell. Voor sommige pleitbezorgers van militair optreden is verandering van regime niet nodig. Volgens hen zou de gedeeltelijke vernietiging van Irans nucleaire capaciteiten „Teheran al een toontje lager doen zingen.”

Iran als sleutel tot de oplossing van de problemen in Irak. De ene groep wil praten met Teheran, de andere groep wil Teheran bombarderen. Waar kiest president Bush voor? „Dat hangt in belangrijke mate af van de invloed die Dick Cheney nog in het Witte Huis heeft na het vertrek van zijn trouwe bondgenoot Donald Rumsfeld (minister van Defensie, red.). Het antwoord zullen wij de komende maanden weten. Dat worden spánnende maanden”, aldus analist David Boaz.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer