De officier van justitie achtte bewezen dat de Edenaar samen met zijn broer opdracht heeft gegeven de concurrent in brand te steken.Vorig jaar april staken drie mannen de pizzeria aan. Twee brandstichters werden dezelfde nacht al opgepakt. De eigenaar van de uitgebrande pizzeria vermoedde dat de twee broers die Al Capone’s pizzeria runden, erachter zaten. Ook een van de feitelijke brandstichters legde belastende verklaringen tegen het tweetal af. De oudste broer werd vorig jaar al door de rechtbank in Utrecht tot vier jaar cel veroordeeld.

De jongere broer was toen spoorloos. Hij bleek naar België te zijn gevlucht, maar meldde zich in april bij de politie. Hij werd in de tussentijd vrijgepleit door zijn broer, die in hoger beroep bij het gerechtshof in Arnhem zelf voor het eerst bekende, maar ook verklaarde dat zijn jongere broer van niets wist.

De jongere broer had zich steeds op zijn zwijgrecht beroepen, maar hij vertelde nu aan de rechtbank dat hij in de nacht van de brandstichting met een geleende auto naar een zieke oom in Antwerpen was gereden. Vroeg in de ochtend was hij teruggereden en had koffie gedronken bij een tankstation in Barneveld. Dat verklaarde ook waarom zijn mobiele telefoon op die plek was gepeild.

Volgens de officier van justitie was dat verhaal grote onzin. Officier A. Dam daagde de verdachte uit om degene van wie hij de een auto zou hebben geleend als getuige op te roepen. De verdachte wilde die vriend echter niet in de rechtszaak betrekken. De officier hechtte daarom meer waarde aan de belastende verklaringen van de mededaders.

Raadsman O. de Jong betoogde dat het de officier niet was gelukt om het verhaal van zijn cliënt onderuit te halen en hij vroeg vrijspraak.

De rechtbank doet op 5 december uitspraak.