In de CAO-onderhandelingen volgend jaar vraagt Nederlands grootste vakbeweging 3 procent meer salaris, terwijl in september werd uitgegaan van 2,5 procent. Dat is maandag besloten in de Federatieraad van de FNV.Vorige week werd al duidelijk dat de achterban van de drie grootste FNV-bonden, Abvakabo, Bondgenoten en die in de bouw, met 2,5 procent meer salaris geen genoegen neemt. Volgens CAO-coördinator Wilna Wind van de vakcentrale is de maximale looneis van 3 procent „het resultaat van een nuchtere afweging tussen koopkrachtherstel en werkzekerheid.”

Wind stelde dat het vaststellen van de looneis een mix is geweest van ratio en emotie. In de achterliggende kabinetsperiode zijn werknemers er volgens de FNV 4 procent in koopkracht op achteruitgegaan. „Die 2,5 procent was heel verantwoord in een herstellende economie, maar dat is 3 procent ook in sectoren waar het nu beter gaat”, stelt Wind.

Sinds september is er volgens de CAO-coördinator ook veel veranderd. „We zien op televisie alleen nog maar politici die roepen dat het zo goed gaat met de economie. Onze leden zitten zich mateloos te ergeren, omdat zij het niet voelen in hun portemonnee en het kabinet werkgevers wel een lagere winstbelasting gunt.”

Wind benadrukte dat de FNV altijd verantwoorde looneisen stelt. „Je snijdt jezelf natuurlijk in het vlees als je 3 procent vraagt in sectoren waar dat niet kan. Je hebt niets aan een bedrijf dat de lonen niet kan betalen. Werkzekerheid staat bij onze leden nog altijd voorop.”

Hoe hoger de looneis, hoe minder volgens Wind van de 3,5 procent loonruimte overblijft voor secundaire arbeidsvoorwaarden. Alhoewel het CAO-akkoord bij staalbedrijf Corus volgens haar bewijst dat er behalve een flinke loonsverhoging ook goede afspraken over bijvoorbeeld werkzekerheid en 24 uurskinderopvang mogelijk zijn.

VNO-NCW vreest dat de hogere looneis de herstellende economie in de kiem smoort. Volgens een zegsman van de werkgeversorganisatie zijn er bedrijven die nu goed draaien en meer loon kunnen betalen, maar wel in de vorm van eenmalige bonussen.

VNO-NCW dringt al tijden aan op meer eenmalige loonsverhogingen, zodat een bedrijf in slechtere tijden niet in de problemen komt door structurele stijgingen van de salarissen.