Van Eijck doet daarin in totaal 41 voorstellen. Zo wil hij ouders verplicht betrekken bij taal- en ontwikkelingsprogramma’s in de brede buurtschool. Ook vindt hij dat tussen de gemeente en scholen dwingende afspraken moeten worden gemaakt om de totstandkoming te bevorderen van scholen waarop zowel autochtone als allochtone leerlingen zitten.Vanochtend overhandigde Van Eijck zijn aanbevelingen aan minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie. Van Eijck hoopt zo alle jeugdigen in Nederland, zowel autochtonen als allochtonen, dezelfde kansen op ontwikkeling te geven, zodat zij volwaardige deelnemers aan de samenleving kunnen worden.

Van Eijck bracht eerder twee adviezen uit om de verkokering in het jeugdbeleid aan te pakken en de effectiviteit ervan te vergroten. In zijn derde advies richt hij zich speciaal op de positie van de allochtone jongeren.

Hij constateert dat de achterstand die zij ten opzichte van autochtonen hebben, al op jonge leeftijd begint. Het niveau van een gemiddelde Turkse leerling in groep 8 is vergelijkbaar met dat van een autochtone leerling in groep 6. Op latere leeftijd verlaten allochtone jongeren vaker dan hun autochtone leeftijdsgenoten het onderwijs zonder een opleiding te hebben voltooid. De werkloosheid onder die groep jongeren (26 procent) ligt veel hoger dan die bij hun autochtone leeftijdsgenoten (11 procent).

Opmerkelijk is volgens Van Eijck dat allochtone jongeren desondanks ondervertegenwoordigd zijn in de jeugdhulpverlening, maar juist oververtegenwoordigd zijn onder de jeugdigen die met justitie in aanraking komen. Daaruit concludeert hij dat de risico’s in de ontwikkeling van allochtone jeugdigen kennelijk te laat worden opgemerkt of dat ouders en hulpverleners elkaar niet weten te vinden.