HRW: Proces tegen Saddam was niet eerlijk
NEW YORK (AP) – Het proces tegen Saddam Hussein dat resulteerde in de doodstraf tegen de vroegere Iraakse president is niet eerlijk verlopen. Dat zegt de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch in een maandag uitgebracht rapport, dat is gebaseerd op observaties tijdens de zittingen en interviews met rechtbankfunctionarissen, verdedigers en andere betrokkenen. In het rapport wordt melding gemaakt van ernstige procedurele fouten.
Het ’hoge tribunaal’ waarvoor Saddam en zeven medeverdachten terecht stonden, veroordeelde Saddam en twee andere voormalige kopstukken van zijn regime op 5 november tot de dood door ophanging voor hun rol bij de executie van bijna 150 sjiieten uit Dujail, na een mislukte aanslag op Saddam in deze plaats in 1982. Het tribunaal werd na de Amerikaanse inval in 2003 opgezet om schendingen van de mensenrechten te behandelen.Volgens HRW heeft het tribunaal belastend bewijsmateriaal vaak te lang onder zich gehouden, hebben de beklaagden onvoldoende gelegenheid gekregen getuigen te ondervragen en hebben de rechters niet altijd blijk gegeven van een onpartijdige houding. Al met al ontbrak het aan begrip van de fundamentele uitgangspunten voor een eerlijk proces en hoe die te handhaven bij de behandeling van een betrekkelijk complexe rechtszaak als deze. Van een eerlijk proces en een correct vonnis kan daarom niet worden gesproken, aldus de in New York gevestigde groep. Een doodvonnis, volgens HRW in principe al een wrede en onmenselijke straf, is na een oneerlijk proces al helemaal niet te verdedigen.
Hoofdaanklager Jaafar al–Mousawi verdedigde het proces en noemde het ‘eerlijk en transparant’. De uitspraak ‘was eerlijk genoeg voor een dictator die tientallen onschuldigen heeft gedood’, zei hij. Volgens hem is er slechts sprake geweest van een paar administratieve fouten die niet van invloed zijn geweest op het vonnis.
De verdedigers krijgen in het rapport kritiek om hun herhaaldelijk weglopen uit de zittingen. Dat had alles van een bewuste tactiek om het proces te dwarsbomen of te vertragen, aldus HRW.
Hoofdverdediger Khalil al–Dulaimi, die de conclusies van het rapport onderschreef, verdedigde de veelvuldige boycotacties van de verdediging. Het was een politiek en geen juridisch proces, zei hij. ‘Wat moeten we doen als de rechten van de verdediging in de rechtszaal worden geschonden, als men ons de mond snoert, ons leven bedreigt?’
HRW zegt dat de verdedigers gebrekkig werden beschermd, gezien het feit dat in de loop van het proces drie van hen werden vermoord. In het rapport staat ook dat de verdedigers niet tegen hun taak waren opgewassen. Ze waren niet goed thuis in het internationaal recht en hun algehele optreden was gebrekkig. ‘Er werden geen consistente en duidelijke argumenten aangedragen om aan te tonen waarom de aanklagers het bij het verkeerde eind hadden.’
De uitspraak in de Dujail–zaak zal naar verwachting half januari worden beoordeeld door een uit negen rechters bestaand hof van beroep. Al–Dulaimi beklaagde zich er vorige week over dat zijn verzoeken om documenten die hij voor het beroep denkt nodig te hebben, door het tribunaal worden genegeerd.