Heiligheid
Heiligheid moet betracht en nagejaagd worden, hoezeer ze ook bespot en versmaad wordt door de goddeloze wereld. Want het zijn alleen zij die hun klederen niet bevlekt hebben, die met Christus zullen wandelen in witte klederen. De blinde wereld is genegen zich te verbeelden dat de weg naar de hemel zo nauw en zo eng niet is als de leraren die voorstellen. Er is volgens de wereld zo veel omslag niet nodig, ja, die weg is iets anders dan een deel onnodige bitterheden.
Mijn vrienden! Bedenk dat nauwgezette heiligheid de prijs op het eind van de loopbaan zal wegdragen. En gij die gezet zijt op een ruime godsdienst en een brede weg naar de hemel, u zult eindelijk in de hel belanden. Tenzij de barmhartigheid van God in een tijdige bekering dat voorkomt. Daarom, wandel voorzichtig, niet als onwijzen, maar als wijzen, de tijd uitkopende, terwijl de dagen boos zijn.Leer hieruit dat het een verdoemelijke dwaling is te denken of te zeggen dat het tevergeefs is de Heere te dienen. Zij die hier met Christus wandelen, zullen hiernamaals deelgenoten van Zijn heerlijkheid zijn. De godzaligheid, zegt de apostel, is een groot gewin, hebbende de beloften van het tegenwoordige en het toekomende leven.
Ebenezer Erskine, predikant te Stirling (”Gods kleine overblijfsel”, 1744)