Amerikaanse Universiteit Beiroet is Libanon in het klein
BEIROET - Alle ogen in Libanon waren eind vorige week gericht op de studentenverkiezingen aan de Amerikaanse Universiteit van Beiroet. De prestigieuze campus wordt gezien als een microkosmos voor de Libanese samenleving, en het resultaat als een referendum voor de nationale politiek.
Het gevolg: veel geroep, het leger in de straten en beschuldigingen van geknoei. „Alles wat op deze campus gebeurt, wordt gedicteerd door dezelfde politieke leiders als die tijdens de burgeroorlog aan de macht waren.”Een Libanese blondine wordt op de schouders van medestudenten door de menigte gevoerd. „Général! Général!” vuurt ze de studenten aan. De ene helft van de menigte die zich voor West Hall heeft verzameld, is door het dolle heen. De coalitie van Hezbollah, de Free Patriotic Movement van generaal Michel Aoun en Amal heeft net een extra zetel binnengehaald in de studentenraad van de American University of Beirut (AUB). De andere kant joelt en roept: „Jullie zijn allemaal Syriërs en Iraniërs!” „En jullie zijn een corrupte dievenbende”, wordt er even hard teruggeschreeuwd.
Het is democratie in actie in het Midden-Oosten, of toch iets dat erop lijkt. Officieel zijn politieke partijen verboden op de AUB-campus, een enclave van 28 hectare te midden van de chaos van West-Beiroet, met 19e-eeuwse aula’s, groene grasvelden, palmbomen en een eigen strand.
Maar dat is buiten de Libanezen gerekend. Alle politieke partijen zijn op de campus vertegenwoordigd met hun eigen studentenclubs waarvan de namen nauwelijks hun politieke herkomst verhullen. De Future Youth Club staat voor de Futurebeweging van Sa’ad Hariri, zoon van de vorig jaar vermoorde premier Hariri; de Freedom Club voor de Free Patriotic Movement van generaal Aoun, en Hezbollah heet hier Nadi al-Thakafi al-Janoubi of de Culturele Vereniging van het Zuiden. En waar vlaggen verboden zijn, daar komen modeaccessoires van pas: geel voor Hezbollah, groen voor Amal, blauw voor Hariri. Voor sommige meisjes is het een uitdaging: het oranje van Aoun vloekt met ongeveer alles.
„Om het samen te vatten: AUB is Libanon op een kleinere schaal. Wie hier wint, die heeft het ook op nationaal niveau voor het zeggen”, zegt Ammar al-Hajjar, een 20-jarige student techniek. „Daarom is er zo veel aandacht voor de studentenverkiezingen.”
Het zal inderdaad niet zo snel gebeuren dat Al-Jazeera een cameraploeg stuurt om de studentenverkiezingen in Leiden te coveren. De reden waarom de verkiezingen aan de AUB, meer nog dan die aan de andere universiteiten, als een referendum worden gezien voor de nationale politiek, is dat de studentenpopulatie van zo’n 7000 gezien wordt als representatief voor de Libanese bevolking.
Al-Hajjar en zijn vriend Hamza Aboud hebben allebei het blauw aan van de coalitie Students at Work. „Dat wil zeggen dat wij voor 14 maart zijn, voor Hariri”, zegt Aboud. Want zoals op het nationale vlak is het Libanese kluwen er ook op de campus iets eenvoudiger op geworden. In het Libanon van vandaag ben je ofwel voor ”14 maart” ofwel voor ”8 maart”. Veertien maart verwijst naar de massabetoging van 14 maart 2005, het hoogtepunt van de Cederrevolutie, die een einde maakte aan de Syrische bezetting; 8 maart verwijst naar de betoging die Hezbollah op die dag organiseerde ter ondersteuning van de Syrische bezetting.
Maroun Kisirwani, de decaan voor studentenzaken, staat vanaf het balkon op de eerste verdieping van West Hall wat moedeloos toe te kijken. Al zijn pogingen om de politieke spanningen in Libanon buiten de campus te houden, zijn voor niets geweest. „Er lopen breuklijnen door de studentenbevolking die een weerspiegeling zijn van de breuklijnen in het land”, zegt Kisirwani.
Sinds het ontslag van de Hezbollahministers uit de regering is de kloof tussen regering en oppositie, tussen 14 maart en 8 maart, alleen nog dieper geworden. Het hele land wacht met ingehouden adem op de straatprotesten waarmee Hezbollahleider Nasrallah de regering ten val wil brengen. Beneden breekt even een handgemeen uit tussen de twee blokken wanneer duidelijk wordt dat het blok 14 maart op de overwinning afstevent. „Het lijkt erop dat één partij grote verwachtingen koesterde”, zegt Kisirwani. „Ze zijn teleurgesteld en ze beschuldigen ons ervan dat wij met de andere kant samenheulen.”
„Ik kan je nu al vertellen wat er gaat gebeuren”, zegt Nour Najem wrang, „welke partij er ook wint, de andere zal gegarandeerd zeggen dat er vals is gespeeld.” Najem, een 19-jarige studente biologie, draagt geen partijkleur. Ze is vandaag in trendy zwart naar de campus gekomen. „En als ik was gaan stemmen, had ik blanco gestemd. Elke kleur is slecht op dit moment. Deze mensen leven in het verleden en hebben geen van allen een antwoord op de problemen van ons land. Kijk maar naar de afgelopen twintig jaar.”
Najem denkt er niet als enige zo over. Pal in het midden tussen de twee blokken staat een groepje studenten onder een groot bord met het opschrift Free Will Movement. „Wij zijn met geen enkele partij verbonden. Het enige wat wij willen is ons inzetten voor de studenten”, zegt Jean-Michel Chemaly (20). „Want die mensen van de grote partijen, die komen straks niet eens opdagen voor de studentenraad. Voor hen telt alleen vandaag. Ze willen tonen wie in Libanon het sterkst in zijn schoenen staat.”
De Free Will Movement zelf staat nog in de kinderschoenen: het is de eerste keer dat hij meedoet, en dan nog alleen aan de landbouwfaculteit. „In Libanon wordt het niet aangemoedigd om onafhankelijk te denken”, zegt Michael Dariane (20). „De traditionele partijen willen ons geen kans gunnen omdat dat aan hun eigen machtsbasis vreet.”
En daarom, zeggen ze, doen de grote partijen er alles aan om hen te boycotten. „Onze vrienden worden ’s avonds thuis opgebeld om vooral niet voor ons te stemmen.” En de Futurepartij heeft gratis beltegoed uitgedeeld onder de studenten om stemmen te ronselen; ze hebben er foto’s van genomen. „Studenten zouden voor zichzelf moeten denken en nieuwe ideeën introduceren in de samenleving”, zegt Chemaly, „maar hier in Libanon is het andersom: alles wat er op deze campus gebeurt, wordt gedicteerd door dezelfde politieke leiders als die tijdens de burgeroorlog aan de macht waren.”