Bidden in het woestijnzand
NIEUWPOORT - Halverwege het gesprek legt hij een foto op tafel. Biddende Britse soldaten zitten op hun knieën in het woestijnzand naast hun tank. „Dat is mijn ideaal, mijn droom voor het Nederlandse leger”, zegt Gijsbert Pellegrom (49) van de evangelische organisatie Agapè. Morgen geeft hij een lezing op een ontmoetingsdag van christenmilitairen in Huis ter Heide.
Pellegrom is reservemajoor der Koninklijke Marechaussee en ook voorzitter van de Nederlandse Christenmilitairen Ontmoetingskring ”Cornelius”. Deze kring wil de ontmoeting tussen christenen binnen de krijgsmacht bevorderen.Hoeveel christenen dienen in de krijgsmacht?
„Honderden, misschien duizenden, ik durf het niet te zeggen. Velen lopen er niet mee te koop. Het is niet ondenkbaar dat mensen elkaar morgen ontmoeten en nooit geweten hebben dat die ander een christen was. Ik vind het erg jammer als men er niet voor uit wil komen. Als christenen van elkaar zouden weten God te dienen, zouden ze veel meer met elkaar kunnen optrekken en een groep kunnen vormen.”
Zijn christenen te laf?
„Moslims hoor ik wel eens tegen aanhangers van andere religies zeggen: Jongens, laat toch eens wat meer van je geloof zien aan je omgeving. Daar ben ik het volkomen mee eens.”
Hoe belangrijk is het dat christenen binnen de krijgsmacht elkaar ontmoeten?
„De enorme reorganisatie van het defensieapparaat en de voorbereiding op een toenemend aantal missies leggen grote druk op militairen. Het is goed om elkaar dan op te vangen en met elkaar te bidden. Voor militairen die op missie zijn in het buitenland is de onderlinge band nog belangrijker. Mannen, soms vrouwen, zijn weg van hun gezin in een ver land. Daar komt bij dat het leger tegenwoordig zelfs zeer gevaarlijke missies onderneemt. Juist in een situatie als in Uruzgan kunnen christenen elkaar tot steun zijn.”
Bespeurt u een verandering in het soort missies?
„Als reserveofficier moet ik ook mijn schietoefeningen nog bijhouden. Vroeger trainden we om op iemands benen te schieten. Tegenwoordig trainen we in een hoger geweldsspectrum. Het gaat erom in nood- of gevechtssituaties iemand zo snel mogelijk uit te schakelen. Dat kan van grote invloed zijn op militairen die terugkeren.”
In het leger moet je als christen niet willen werken, zeggen sommigen. Het zou er Sodom en Gomorra zijn.
„In ieder bedrijf werken figuren die anders denken of leven. Dat is bij de krijgsmacht niet anders. Ik kom zelf uit het bedrijfsleven en daar gebeuren ook dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. Ik zoek de mensen bewust op. Jezus ging ook naar hoeren en tollenaren. Hij deed niet met ze mee, maar was wel onder hen. Zo wil ik ook een zoutend zout en een lichtend licht zijn. Ik wil de militairen iets laten zien van de Heere Jezus. Waar blijft anders onze Bijbelse opdracht het Evangelie aan alle mensen ter wereld te verkondigen?”
Staan mensen open voor uw boodschap?
„Vooral op de jongere generatie heeft spiritualiteit een grote aantrekkingskracht. Hoewel velen zich inlaten met de verkeerde spiritualiteit en niet met de Heere Jezus, biedt het toch openingen voor een goed gesprek. Af en toe gebruik ik mijn eigen levensgeschiedenis als deuropener. Mijn eerste vrouw overleed drie jaar geleden aan kanker, van mijn huidige vrouw overleden al eerder haar man en een zoon. Ik vertel ze dan dat Psalm 23 voor mij niet zomaar een loze kreet is, maar in mijn hart is verankerd. Ik probeer ze te wijzen op de Heere Jezus en wat Hij voor mij en voor ons betekent.”
Stuit uw boodschap wel eens op weerstand?
„Nauwelijks. Ooit heb ik meegemaakt dat iemand met opzet hartgrondig begon te vloeken. Ik zei hem: Als God nu je gebed verhoort, ben je voor altijd verloren.”
De kerkelijke kaart van Nederland is zeer divers. Hoe liggen die verschillen tussen christenen binnen de krijgsmacht?
„Mijn ervaring is dat al die variaties binnen de krijgsmacht veel minder een rol spelen. De kerkelijke achtergrond is in gesprekken onderling geen enkel punt van discussie. Wat ik wel merk, is dat christenen uit de reformatorische hoek -om maar een voorbeeld te noemen- vaker gesloten zijn dan degenen die een evangelische achtergrond hebben.”