Economie

Van melkkoe tot beleidsinstrument

ROTTERDAM - Leuker is belasting betalen er in 200 jaar tijd niet op geworden. Wel werd het systeem eerlijker en door voortschrijdende digitalisering stukken efficiënter. Met de tentoonstelling ”Van Gogel tot Zalm. 200 jaar Belastingdienst” maakt het Belasting & Douane Museum in Rotterdam twee eeuwen belastinginning inzichtelijk.

Marcel ten Broeke
15 November 2006 10:33Gewijzigd op 14 November 2020 04:17
ROTTERDAM – Minister Zalm sloeg dinsdag het eerste belastingvijfje ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van de Belastingdienst. De slag van de herdenkingsmunt markeerde tegelijker tijd de opening van de tentoonstelling ”Van Gogel tot Zalm. 200 jaar B
ROTTERDAM – Minister Zalm sloeg dinsdag het eerste belastingvijfje ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van de Belastingdienst. De slag van de herdenkingsmunt markeerde tegelijker tijd de opening van de tentoonstelling ”Van Gogel tot Zalm. 200 jaar B

Belasting wordt in Nederland al eeuwenlang geheven, al kent ons land tot in de achttiende eeuw geen eenduidig belastingstelsel. Isaac Jan Alexander Gogel, minister van Financiën tijdens de Bataafs-Franse tijd, brengt daar in 1806 verandering in door een algemeen belastingstelsel te introduceren.Hadden voorheen de afzonderlijke provincies en gemeenten het in fiscaal opzicht voor het zeggen, voor het eerst in de vaderlandse geschiedenis wordt het innen van belastinggeld een nationale zaak. De oprichting van de Belastingdienst is daarmee een feit. Dat maakt deze dienst dit jaar exact twee eeuwen oud.

Reden voor een feestje. Het ministerie van Financiën pakt uit met een speciale tentoonstelling in het Rotterdamse Belasting & Douane Museum plus een heuse herdenkingsmunt.

Hoewel het nieuwe belastingstelsel van Gogel al wel enkele elementen van belasting naar draagkracht bevat, dragen de sterkste schouders in die dagen niet bepaald de zwaarste lasten. Naast onder meer een zogeheten patentbelasting op de uitoefening van een beroep of bedrijf wordt er in de achttiende eeuw vooral belasting geheven op levensmiddelen.

Hoeden, handschoenen, kranten en pruiken: de koper spekt direct de staatskas. En omdat bijna niemand om deze producten heen kan, weet de staat zich verzekerd van inkomsten. De belastinginkomsten verdubbelen.

Eerste pogingen om te komen tot een meer rechtvaardig belastingsysteem stammen uit eind negentiende eeuw. Die omwenteling verloopt overigens niet zonder slag of stoot: het censuskiesrecht geeft in die dagen alleen rijken toegang tot de politiek en vooral zij stribbelen flink tegen. Begrijpelijk, lagere belastingen voor het armlastige gepeupel zou ten koste gaan van hun vermogen.

De heersende opvatting is bovendien dat belasting het beste door armen kon worden betaald. Zij zouden hun centen anders toch maar uitgeven aan onnuttige zaken zoals jenever en tabak. Rijken daarentegen zouden met hun productieve bestedingen de werkgelegenheid stimuleren.

Aan het einde van de negentiende eeuw slaagt minister van Financiën Pierson er desondanks in om -in navolging van Pruisen en Engeland- een inkomstenbelasting te introduceren met een enigszins nivellerend karakter. Een systeem dat in het begin van de twintigste eeuw verder wordt uitgebouwd.

De jaren na de Tweede Wereldoorlog worden vooral gekenmerkt door een transformatie van het belastingmiddel van pure melkkoe tot beleidsinstrument. Belastingheffing speelt vandaag de dag een vooraanstaande rol bij de inkomenspolitiek en het beïnvloeden van economische groei. Niet zonder reden werken er op dit moment zo’n 30.000 ambtenaren bij de Belastingdienst.

In de achterliggende 200 jaar drukken niet minder dan 66 ministers van Financiën en 15 staatssecretarissen (sinds 1953) hun politiek stempel op de Nederlandse Belastingdienst. De huidige minister, Gerrit Zalm, niet het minst.

Naast het feit dat hij met inmiddels elf dienstjaren de langstzittende minister van Financiën aller tijden is, wijzigt hij het belastingstelsel in 2001 ingrijpend, onder meer door invoering van een boxenstelsel en de rendementsheffing op vermogen.

Maar misschien nog wel de grootste breuk met het verleden vormt het feit dat de Belastingdienst vandaag de dag niet louter en alleen geld int, maar dit gedeeltelijk ook zelf weer uitkeert. Sinds het begin van dit jaar verzorgt de dienst drie inkomensafhankelijke bijdragen: de tegemoetkoming kinderopvang plus de huur- en zorgtoeslag.

De Belastingdienst die geld uitkeert: Gogel had dat waarschijnlijk voor onmogelijk gehouden. Wellicht is de inmiddels overbekende leus van de Belastingdienst ”Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker” daarom aan vervanging toe.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer