Buitenland

Iran en Syrië bereid tot gesprek met VS

DAMASCUS/TEHERAN - Syrië en Iran zijn bereid een „oprechte hand” uit te steken naar de Verenigde Staten, zeggen bronnen in beide landen. Sinds de Democratische verkiezingsoverwinning van vorige week is er in de VS discussie ontstaan over de vraag of contact met deze landen het geweld in Irak kan dempen.

Buitenlandredactie
15 November 2006 09:57Gewijzigd op 14 November 2020 04:17

De Syrische regeringskrant Tishrin schreef dinsdag dat Damascus bereid was te praten. Het was een reactie op de Amerikaanse overweging om met Damascus en Teheran te spreken over een ander Irakbeleid. Syrië wacht het antwoord van de VS af, aldus Tishrin.Iran stelt als voorwaarde voor een gesprek wel dat de houding van Washington verandert, aldus president Mahmud Ahmadinejad dinsdag.

President George Bush zei maandag alleen met Iran te willen praten als dat land zijn activiteiten voor uraniumverrijking opschort.

„De voorwaarde betreft de houding van de Amerikaanse regering. Als zij hun gedrag corrigeren, zullen we met ze praten”, zei Ahmadinejad op zijn beurt. De ultraconservatieve president liet weten het Amerikaanse volk spoedig een boodschap te sturen waarin hij zijn beleid uiteen zal zetten.

Een woordvoerder van het Witte Huis reageerde snel op de uitspraken van Ahmadinejad. „Ik denk niet dat dit gaat over aanpassing van de Amerikaanse houding”, zei de woordvoerder. „De houding van de gehele wereld is dat Iran een constructieve rol moet spelen in de regio, zich niet moet mengen in Irak en moet stoppen met zijn uraniumverrijkingsactiviteiten.”

Dat laatste lijkt Teheran in elk geval niet van plan. Ahmadinejad zei dat het doel van de islamitische republiek is uiteindelijk 60.000 centrifuges te installeren om uranium te verrijken. Op dit moment heeft het nog maar twee netwerken (cascades) van elk 164 centrifuges. Hiermee wil Iran brandstof maken voor kerncentrales. De VS verdenken de Iraniërs er echter van verrijkt uranium te willen gebruiken voor een kernbom.

Deskundigen van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) hebben in een Iraanse installatie voor kernafval sporen van plutonium en verrijkt uranium gevonden die zij niet kunnen thuisbrengen. Dat staat in een rapport dat volgende week wordt gepresenteerd op een vergadering van de 35 landen tellende organisatie in Wenen. Daarin wordt Iran tevens verweten geen medewerking te verlenen aan pogingen van het IAEA om verdachte aspecten van zijn atoomprogramma te onderzoeken, waardoor de verdenking is gerezen dat het op kernwapens uit is. Tenzij Teheran meer openheid van zaken geeft kan het IAEA niet bevestigen dat het Iraanse atoomprogramma uitsluitend vreedzame doelen dient, aldus het rapport.

Een VN-functionaris die op de hoogte was van de inhoud van het rapport zei dat er geen al te stellige conclusies uit moeten worden getrokken. Hij zei dat Iran voor beide vondsten een verklaring heeft gegeven en dat het IAEA die bestudeert. Blijkt de uitleg plausibel, dan zullen de gevonden sporen alsnog worden geclassificeerd als restproducten van vreedzame nucleaire activiteiten, zei hij.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer