„Zijn de andere Joden nog in Elburg?”
ELBURG - „Vader, moeder en de jongens zijn al op de plaats van bestemming. Ik reken er niet meer op de eerste twee maanden iets van ze te horen. Zijn de andere Joden nog in Elburg?” schrijft de Joodse Klaartje de Hond in 1942 vanuit Kamp Westerbork. Stichting Synagoge Elburg ontving de brief voor het nieuw op te richten museum.
De stichting opent midden volgend jaar een Joods museum in Elburg. Het museum komt in de voormalige synagoge, die nu nog dienstdoet als oefenlokaal voor koren en een muziekvereniging. In Nederland heeft tot nu toe alleen Amsterdam een dergelijk museum.Voor het nieuw op te richten museum ontving het bestuur van de stichting meer dan dertig schenkingen, waaronder een chanoekakandelaar en een doosje van de Joodse familie De Hond. Dit doosje was aan buren in bewaring gegeven vlak voordat de familie werd gedeporteerd en bevat onder meer het trouwboekje van het echtpaar, een oproepkaart voor militaire dienst, schoolrapporten, familiefoto’s en een brief uit Westerbork van dochter Klaartje.
De brief is het laatste teken van leven van het Elburgse gezin. Niet lang daarna werd het op transport gesteld naar het vernietigingskamp Auschwitz. Daar zijn de gezinsleden in 1942 en 1943 overleden.
Voor historicus W. van Norel, die onderzoek heeft gedaan naar de Joodse geschiedenis van Elburg, was de schenking een grote verrassing. „De buren hebben het doosje al die jaren bewaard, maar het is nooit opgehaald. Dit doosje symboliseert het einde van de Joodse geschiedenis van Elburg.”
Vanaf 1700 vestigden Joden uit Oost-Europa zich in Nederland. Ze trokken niet alleen naar grote steden zoals Amsterdam, maar streken ook neer in stadjes zoals Harderwijk, Winterswijk en Elburg. In 1942-1943 zijn 21 Joden uit Elburg gedeporteerd, waaronder het gezin De Hond.
Van Norel roemt de integratie van de Joden in Elburg. Als voorbeeld wijst hij op de foto van de Joodse Jakob de Hond tussen een groep Elburgse jongens. „De samenleving was tachtig jaar geleden een stuk minder hard. In deze tijd neemt het antisemitisme weer toe.”
Sinds de Tweede Wereldoorlog wonen er geen Joden meer in de stad. De stichting krijgt voor het opzetten van het museum steun van het Joods Historisch Museum uit Amsterdam.