Buitenland

„Bagdad hakt iedere vijand hoofd af”

Bagdad zal „het hoofd afhakken” van iedere agressor die het Iraakse grondgebied bedreigt, heeft de Iraakse minister van Buitenlandse Zaken, Naji Sabri, dinsdag in Jordanië gewaarschuwd. Sabri legde de verklaring af na afloop van besprekingen met de Jordaanse koning Abdullah over inspanningen om een nieuwe Amerikaanse militaire operatie tegen Irak te voorkomen.

Buitenlandredactie
7 August 2002 11:19Gewijzigd op 13 November 2020 23:44

„Irak zal het hoofd afhakken van iedereen die zijn handen naar zijn grenzen uitsteekt”, aldus Sabri. „Wij zullen onszelf, heiligdommen en land verdedigen tegen koloniale hebzucht en tegen degenen die ons aanvallen.”

Sabri had in Amman ook een ontmoeting met de Turkse gezant Gurel, die herhaalde dat zijn land tegenstander is van een nieuwe oorlog tegen Irak. Gurel zei desgevraagd tegenover verslaggevers dat Turkije „zeker niet” zou deelnemen aan een nieuwe operatie. Turkije heeft een luchtmachtbasis in het noorden van het land in bruikleen gegeven aan de VS en Groot-Brittannië, zodat die kan worden gebruikt voor Amerikaans-Britse patrouillevluchten boven Irak.

Gurel zei na zijn terugkeer in Ankara dat de besprekingen in Amman hem weinig hoop hadden gelaten dat Irak van standpunt is veranderd. Hij zei te hopen dat Irak snel bereid zal zijn met VN-wapeninspecteurs samen te werken, om hieraan toe te voegen: „Maar zij hebben ons niet de indruk gegeven dat zij daartoe bereid zijn.”

Koning Abdullah, die vorige week in Washington met president George W. Bush besprekingen voerde, besprak met Sabri en Gurel „de jongste ontwikkelingen in het Iraakse dossier”, meldde het Jordaanse persbureau Petra zonder uit te weiden.

Sabri zei dat Bagdad bereid is resoluties van de Veiligheidsraad uit te voeren, maar dat de VS dwarsliggen. Hij maakte melding van de recente uitnodiging aan VN-wapeninspecteur Hans Blix, om hieraan toe te voegen dat de uitnodiging één aspect van de zaak is. Andere aspecten zijn opheffing van de VN-sancties, respect voor de Iraakse nationale veiligheid, de regionale veiligheid en de opzettelijke schade die voortdurend door Amerikanen en Britten wordt aangericht aan de Iraakse infrastructuur, aldus Sabri.

De secretaris-generaal van de VN, Kofi Annan, verwelkomde de Iraakse uitnodiging aan Blix, maar wees er dinsdag op dat die op gespannen voet staat met resoluties waarin is bepaald dat de wapeninspecteurs moeten terugkeren alvorens kan worden gesproken over invulling van hun taak.

Hoge medewerkers van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en ministerie van Defensie zullen vrijdag in Washington een ontmoeting hebben met zes leden van de Iraakse oppositie die in het buitenland in ballingschap verblijven. De verwachting is dat de bijeenkomst wordt bijgewoond door de leider van het Iraakse Nationale Congres (INC), Ahmed Chalabi, en leiders van Koerdische partijen. Het INC, een overkoepelende organisatie van oppositiepartijen, kreeg in het verleden miljoenen dollars steun, maar raakte onder de regering-Clinton in conflict met het ministerie van Buitenlandse Zaken. Als gevolg daarvan werden enkele activiteiten van de groep die onder Buitenlandse Zaken vielen overgedragen aan Defensie.

Volgens de Amerikaanse krant The Wall Street Journal heeft de commandant van de Amerikaanse strijdkrachten in het Golfgebied, generaal Tommy Franks, het Witte Huis een nieuw plan gepresenteerd voor een invasie in Irak. Volgens hem zijn veel minder manschappen nodig dan de 250.000 die eerder zijn genoemd. Franks denkt aan een invasiemacht van 50.000 tot 80.000 militairen.

De Iraakse regering exporteert te weinig olie om voldoende voedsel en medicijnen voor de bevolking te kopen. Daarvoor heeft Benon Sevan, binnen de Verenigde Naties belast met de uitvoering van het olie-voor-voedselprogramma voor Irak, dinsdag gewaarschuwd.

De weigering van het regime van Saddam Hussein om meer olie uit te voeren, heeft er al toe geleid dat er minder humanitaire goederen konden worden gekocht voor de Iraakse bevolking dan de VN wilden. Het gebrek aan inkomsten heeft de VN ook verhinderd Turkije te betalen voor het gebruik van de oliepijplijn van Kirkuk in Irak naar het Turkse Yumurtalik.

Ongeveer 65 tot 70 procent van de opbrengsten van de olie-export wordt gebruikt voor de aankoop van voedsel en medicijnen voor de bevolking van Irak. De rest wordt gebruikt om de slachtoffers van de Iraakse invasie van Koeweit in augustus 1990 schadeloos te stellen en de kosten voor de vernietiging van de Iraakse massavernietigingswapens te betalen.

Het olie-voor-voedselprogramma begon in 1996 en is daarna steeds voor een periode van een halfjaar verlengd. Het was bedoeld om de Irakezen te helpen die leden onder economische sancties die de VN Irak na de invasie van Koeweit hadden opgelegd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer