Familie springt ’s zomers bij in verpleeghuis
Een strakke vakantieplanning en meewerkend personeel van álle afdelingen. Verpleeghuis de Lozerhof in Den Haag staat geen andere weg open om het zomerse personeelstekort op te vangen dat ontstaat wegens vakanties.
De ochtendploeg op afdeling Kempen I begint dinsdagochtend om kwart over zeven met de overdracht van de nachtman. Twee mensen melden zich ziek, wat betekent dat de overige vier verpleegkundigen hard moeten doorwerken deze ochtend.
Een van hen is teamleidster Miranda van Dalfsen, die elke ochtend een paar uur meewerkt op de afdeling. Ook een aspirant-leerling behoort tot de groep. Om haar collega’s te ondersteunen werkt deze ochtend afdelingsbegeleider Elly mee. Zij doet wegens gezondheidsproblemen het ’lichte’ werk.
De 25 bewoners van Kempen I zitten in de laatste fase van dementie. Ze worden elke morgen in bed gewassen. Het personeel probeert de bewoners in elk geval één keer in de week te douchen. Ook komen niet alle mensen elke dag hun bed uit. „We zouden dat zelf ook graag anders zien, maar we komen er gewoon niet aan toe. Daar worden we soms door familie op aangesproken als ze hun vader of moeder in bed vinden”, vertelt Van Dalfsen.
De zoon en schoondochter van de 86-jarige mevrouw Dumay komen drie keer in de week langs. Ze douchen haar en geven die extra aandacht waar het personeel vaak geen tijd voor heeft. „Als het moet, zijn we hier elke dag. Ze kunnen ons altijd bellen”, zegt de schoondochter. „Dat weten ze en daarom eis ik dat moeder wordt verschoond als ze nat is en dat ze niet uren zo blijft liggen. Dat schort er nogal eens aan, vooral in de nacht.”
Toch is de familie erg tevreden over het personeel. „Ze zijn erg lief en werken enorm hard. Ze doen wat ze kunnen. Maar ik weet zeker dat als wij hier niet driemaal in de week zouden komen, moeder niet meer zou hebben geleefd.”
De Lozerhof is een psychogeriatrisch verpleeghuis met 282 verpleegplaatsen en 28 dagbehandelingsplaatsen. Het verpleeghuis, dat sinds 1973 bestaat, biedt onderdak aan dementerende ouderen en korsakovpatiënten, mensen die door alcoholmisbruik ernstig ziek zijn geworden.
Zoals op veel plaatsen in de zorg, is het personeelstekort een groot probleem. Het is volgens locatiemanager P. Nederstigt vooral moeilijk gediplomeerde verpleegkundigen te vinden. „Toch heeft de Lozerhof momenteel maar twaalf vacatures. Op 400 personeelsleden met 320 formatieplaatsen is dat niet nog niet zo dramatisch.”
Naast de inzet van niet-verzorgend personeel zijn alle familieleden aangeschreven om hun steentje bij te dragen en is voor elke afdeling een noodplan gemaakt. Nederstigt: „Daarin staat welke taken absoluut moeten worden uitgevoerd en welke kunnen blijven liggen als het niet anders kan. Dat geeft veel rust.” Het blijft volgens hem echter allemaal heel schraal. „Vooral in de zomer als het lekker weer is, zou je met de mensen naar buiten willen - en dat kan vaak niet.”
Een van de zestig niet-verzorgende werknemers van de Lozerhof die meehelpen in de zomerperiode is psycholoog Harry Jansen. Hij komt elke middag om de bewoners eten te geven. „Ik help zo niet alleen de afdeling, maar je hebt ook contact met de mensen. Bovendien vergroot het de solidariteit en je leert je collega’s op een heel andere manier kennen.”
De Ouderenbond Unie KBO uitte onlangs haar zorgen over het personeelsgebrek in de zorginstellingen deze zomer. Volgens de bond lijkt het een structurele oplossing te worden om in deze periode familie en vrijwilligers in te zetten om taken van het personeel over te nemen.
Lex Sabelis, eerst kok, toen meubelmaker en nu verpleegkundige op de Kempen I, noemt het werk met de bewoners erg dankbaar. „Maar het is zwaar en ik zal het niet tot aan mijn pensioen doen. Je moet goed kunnen relativeren in dit vak, omdat je graag meer voor ze wilt doen en dat lukt vaak niet door de hoge werkdruk. Vooral op een dag als deze, als je te maken hebt met twee zieke collega’s en een activiteitenbegeleidster die met vakantie is, kun je alleen het hoognodige doen.”