Blokker pluist Bijbel na met Isings
AMSTERDAM - Het lijkt een ouderwetse kinderbijbel vanwege de platen van Isings. Ware het niet dat het boek begint met: „Dit boek is geschreven door drie ongelovige zielen.” Dat zijn de spraakmakende columnist Jan Blokker en zijn twee zonen. Het eerste exemplaar wordt vanavond aangeboden aan prof. dr. H. M. Kuitert.
Na de vaderlandse geschiedenis wagen de Blokkers zich aan de Bijbelse geschiedenis, opnieuw aan de hand van schoolplaten van Isings. Jan Blokker sr. (1927) heeft een column in nrc.next en schrijft voor de boekenbijlage van NRC Handelsblad. Jan Blokker jr. (1952) studeerde nieuwe geschiedenis en is rector van het Atlascollege in Hoorn. Bas Blokker (1963) studeerde middeleeuwse geschiedenis en is redacteur van NRC Handelsblad.De Bijbel is het bestverkochte boek aller tijden, maar keert ook altijd terug op lijstjes van minst gelezen boeken, stellen de auteurs vast. Zelfs de nieuwe vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap kan niet verhelpen dat het boek bepaald niet gemakkelijk toegankelijk is, vinden de Blokkers. „Dat is zonde, om maar eens een bijbelse term te gebruiken. Het zou jammer zijn als het ontzag dat de Bijbel wekt, mensen verhindert kennis te nemen van de avonturen van een volk dat een veeleisende God tot gids nam en zichzelf met zijn ongenoegen geselde.”
Vitaliteit
De drie schrijvers zeggen dat ze als „ongelovige zielen” in elk geval één voordeel hebben: ze hebben met de Bijbel niets af te rekenen. „Ons gaat het niet om het geloof dat op de Bijbel gegrondvest is, maar om de verhalen die erin staan, om de wereld en de personages die erin beschreven worden. De schoonheid en de vitaliteit van de bijbelse geschiedenis raken de ongelovige even trefzeker als degenen die haar voor waar houdt.”
Door de titel ”Er was eens een God” (uitg. Contact, Amsterdam) willen de schrijvers niet de Bijbelse God wegzetten als een sprookjesfiguur. „Hij is de ware hoofdpersoon van dit boek. Hoe meer wij in de Bijbel lazen, hoe meer wij onder de indruk raakten van het karakter van de God van de Israëlieten, als je dat zo mag zeggen.”
Wie het boek leest, merkt dat de schrijvers niet de draak willen steken met de Bijbelverhalen, zoals Maarten ’t Hart doet. ’t Hart is continu bezig zogenaamde tegenstrijdige feiten in de Bijbel op te sporen en de Bijbel belachelijk te maken. De Blokkers richten zich vooral op het verhalende aspect van de Bijbel en zijn doordrongen van de culturele betekenis van het Boek der boeken.
Hun taal is echter-hoe kan het anders- die van een buitenstaander. Over de God van het Oude Testament schrijven zij: „Een god die de morele lat zo hoog legt dat geen mens eraan kan voldoen en vervolgens altijd weer vatbaar is voor rede en gevoelig voor berouw, een god die de mensen nodig heeft en het moment vreest dat zij hém niet meer nodig hebben, dat is een tobber, een almachtige tobber.”
De schrijvers gingen te rade bij de hoogleraren H. M. Kuitert (Amsterdam) en H. J. de Jonge (Leiden), wat al duidelijk het perspectief kleurt. De keren dat de schrijvers zich wagen aan interpretatie van de Bijbelse gegevens, gaat het mis. Over de zondeval zeggen ze dat God door de gebeurtenissen is overvallen. Adam verbergt zich voor God. „En dan dringt de verschrikkelijke waarheid tot God door; hij is bedrogen door zijn eigen schepselen. Een onmachtige God!”
Eigenzinnige auteurs? Ook illustrator Johan Herman Isings (1884-1974) was een eigenzinnig christen, zo meldt zijn biograaf Jan Niemeyer. De Blokkers citeren deze passage. Isings verliet als volwassene de Gereformeerde Kerken. Via het Zoeklicht van Johannes de Heer en de Vergadering der Gelovigen eindigde hij met een Bijbelkring aan huis.
Nostalgie
Soms is de omgang met de Bijbelse gegevens wel erg vrij. Mozes wordt als een tragische held betiteld die tussen twee vuren zit. „Aan de ene kant de dwingende, jaloerse Jahweh met z’n verschrikkelijke driftbuien, aan de andere kant het onhandelbare volk dat maar blijft klagen en hem een enkele keer zelfs dreigt te stenigen.” Over David: „Hij verovert vrouwen, doodt mannen, hij konkelt, liegt en jubelt.” Kortom, David is „a man in full”, en koningskind voor wie God graag een uitzondering maakt op Zijn regels.
En dan het Nieuwe Testament. Door de komst van God naar deze wereld is alles ingrijpend veranderd, aldus de schrijvers. „De vrome joden aan het begin van onze jaartelling wisten misschien dat iemand anders moest vervullen waarin zij tekort waren geschoten. Het was tijd geworden voor een nieuw verbond.”
De auteurs van het Nieuwe Testament waren volgens de Blokkers bevlogen van een „mirakel”, namelijk dat God Zijn eigen Zoon als een Messias moest zenden. „Het gevolg was dat de eeuwenoude verhouding met Jahweh radicaal herzien moest worden, dat in het land van de joden misschien niet zozeer een nieuwe als wel een vernieuwde godsdienst voor de deur stond.”
De God van het oude verbond, „de verongelijkte, wraakzuchtige”, maakt plaats voor een „goedertieren vader in de hemel”, die de zonden vergeeft en de erfschuld delgt. „Jahweh was een totalitaire stamgod geweest. De tijd was rijp geworden voor een universele Voorzienigheid.”
Het zijn deze typeringen die meer doen dan het vertellen van het verhaal. De moderne niet-kerkelijke lezer komt wel in aanraking met de Bijbel en zal aan de platen van Isings herinneringen ophalen uit de tijd van de lagere school. Maar hij krijgt wel de indruk dat dit boek hét verhaal van de Bijbel is. En dat is dus een gemiste kans.