„Toezicht ontbreekt bij euthanasie”
UTRECHT - Het toezicht op artsen die euthanasie verrichten, ontbreekt. Vooral beginnende artsen moeten beter worden begeleid rond het inwilligen van een stervensverzoek.
Dat bepleit prof. A. P. M. Heintz in een rede waarmee hij zaterdag afscheid neemt van het Universitair Medisch Centrum Utrecht als hoogleraar oncologische gynaecologie.Hij stelt daarin onder meer dat artsen bij euthanasie te veel op zichzelf zijn aangewezen. Daardoor zou het regelmatig misgaan, soms met mensonterende toestanden als gevolg.
In zijn rede legt Heintz daar de vinger bij, mede na het lezen van de bestseller ”Komt een vrouw bij de dokter”. Daarin wordt beschreven hoe een arts euthanasie probeert door een patiënt een dodelijke cocktail te laten drinken. Dat mislukt, waarna hij over een waterbed naar haar moet toe kruipen met de injectiespuit in de hand.
In zijn kennissenkring hoorde Heintz onlangs twee soortgelijke verhalen. „In het ene geval kwam de patiënt zelfs weer bij kennis, nadat het euthanasietraject al was ingezet.”
In zijn rede plaatst Heintz verder zijn vraagtekens bij de „stormachtige” opkomst van palliatieve sedatie in de terminale fase. Hij vraagt zich wie er op die benadering aandringt: de patiënt zelf of toch vooral de arts. „Ik ben wel eens bang dat artsen bij een stervensverzoek uit gemakzucht voor sedatie kiezen. De vraag is of ze zich realiseren welke complicaties, zoals een longontsteking of ademhalingsproblemen, daarna nog kunnen ontstaan.”
Heintz zegt met deze kritische kanttekeningen geen lans te willen breken voor euthanasie ten koste van sedatie. „Ik wil benadrukken dat bij beide uiterste zorgvuldigheid is geboden, die nu helaas veelal ontbreekt.”