„Steeds meer mensen zijn bereid meer geld uit te geven aan de gezondheid van hun huisdieren”, aldus Ellen de Brabander, hoofdonderzoekster bij Intervet. „Zo neemt net als bij mensen de levensverwachting van honden en katten toe en daarmee de kans op ouderdomsverschijnselen zoals suikerziekte”, lichtte De Brabander eerder deze week tijdens een bezoek aan het laboratorium van Intervet in het Duitse Schwabenheim toe.Een goed lopend product van Intervet is dan ook een insulinepreperaat voor honden en katten, Caninsuline geheten. Tegelijk steekt het bedrijf veel tijd en geld (meer dan 100 miljoen euro per jaar) in onderzoek en ontwikkeling van nieuwe toedieningsmethoden voor de medicijnen.

Zo wordt in het laboratorium in Schwabenheim geëxperimenteerd met de vermomming van geneesmiddelen als „snoepgoed.” Een van de grootste problemen waarmee honden- en katteneigenaren kampen, is namelijk het naar binnen krijgen van de middeltjes. „We verwachten volgend jaar hiermee op de markt te komen”, aldus directeur Peter Schmid van het onderzoeks- en ontwikkelingscentrum.

De voorgenomen expansie van Intervet in de Verenigde Staten valt te verklaren uit de recente geschiedenis van het bedrijf. De afgelopen tien jaar klom Intervet vooral door overnames van de elfde naar de derde plek op de ranglijst van ’s werelds grootste diergeneesmiddelenmakers. De huidige jaaromzet bedraagt 1,1 miljard euro. Trots staat het bedrijf uit Boxmeer op die lijst tussen farmagiganten als het Amerikaanse Pfizer en het Duitse Bayer. Op het gebied van vaccins voor pluimvee, runderen, schapen en varkens is Intervet zelfs de nummer 1 in de wereld.

Die groeispurt werd vooral gerealiseerd in Europa, waar inmiddels meer dan de helft van de omzet vandaan komt. De inkomsten van Intervet in Noord-Amerika, goed voor ruim een derde van de wereldmarkt voor diergeneesmiddelen, steekt hier met een aandeel van ongeveer 16 procent op het totaal wat schril bij af. Daar komt bij dat de wereldwijde gezondheidsmarkt voor dieren de afgelopen tien jaar nauwelijks groeide en tegelijkertijd samenklonterde. Van de 12 miljard euro die er op dit moment jaarlijks in omgaat, is bijna driekwart in handen van de top tien van diergeneesmiddelenmakers.

„We moeten het vooral hebben van nieuwe producten en nieuwe toepassingsmogelijkheden, omdat we vrijwel alles al in huis hebben”, beaamt ook Alexander Böttner, hoofd van de afdeling die zich bezighoudt met alle regelgeving rondom de medicijnen.

Behalve voor de huisdierenmarkt experimenteert Intervet bijvoorbeeld ook op de relatief nieuwe markt van vaccins voor vissen. Die verdubbelde de afgelopen jaren bijna in omvang en is volgend jaar goed voor ongeveer 100 miljoen euro. „Tegelijk is het noodzakelijk dat Intervet innovatief leidend blijft gezien de strenger wordende regelgeving en opkomst van concurrentie van generieke producenten.”

Böttner ziet de toekomst van Intervet echter zonnig in. Hij was er als Hoechstwerknemer getuige van dat Intervet in 1999 de veterinaire tak van het Duitse chemieconcern Hoechst overnam. „Bij Intervet kregen we veel meer (financiële) ruimte dan bij Hoechst”, aldus de Duitser.

Met de voorgenomen verzelfstandiging van Akzo Nobels farmadochter Organon, die producten voor mensen maakt, en Intervet begin volgend jaar neemt die bewegingsvrijheid alleen maar toe, zo drukte Böttner het voorzichtig uit.