„Wel zomertijd, geen majesteit”
Titel: ”1000 x De Oranjes. Verrassende en opmerkelijke uitspraken van en over het koningshuis”
Auteur: Philip Dröge en Mirjam van Immerzeel
Uitgeverij: TM Publishers, Amsterdam, 2006
ISBN 90 499 0024
Pagina’s: 256
Prijs: € 12,50.
„Ik ken zomertijd, ik ken wintertijd, maar ik ken geen majesteit”, zei bierkoning Freddy Heineken -een huisvriend- eens op de vraag of hij koningin Beatrix ook met majesteit aansprak. Het is een van de duizend citaten over het koninklijk huis in het boek ”1000x De Oranjes”. Een gekleurde uitgave, maar wel interessant. Het citatenboek van en over de Oranjes geeft een goede overzicht van de geschiedenis van het Oranjehuis. Alle grote gebeurtenissen die er de afgelopen decennia zijn geweest, zijn erin terug te vinden. Dit zijn meestal gebeurtenissen die tot een flink publiek debat in Nederland leidden. Omdat de auteurs -Philip Dröge en Mirjam van Immerzeel- links en rechts, voor en tegen steeds aan het woord laten, geven zij aan de hand van de citaten een redelijk goed beeld van onder meer de Lockheedaffaire, de onrust rond Bernhards buitenechtelijke kinderen, de Margarita-affaire, Mabelgate, de oprichting van het Republikeins Genootschap en de komst van burgermeisjes aan het hof.
Het boek bevat gelukkig niet alleen zware thema’s, maar is ook verrijkt met luchtige citaten. Zoals koningin Beatrix over koken: „Ik kan voer op tafel brengen, maar koken? Nee, dat is iets anders.” Of prins Claus bij het uitreiken van een prijs: „Wilt u de toespraak uitzitten of maar meteen gaan borrelen?” Of VVD’er Wiegel over het hondje van koningin Juliana: „Toen ik een keer bij de koningin was, pakte dat hondje een koekje van de schaal en liet dat op de grond vallen. Ik keek naar dat koekje en dacht: Wat zal ik doen? Toen zei Juliana: „Meneer Wiegel, zou u dat koekje weer op de schaal willen leggen? Dat is voor de volgende bezoeker.””
De mooiste citaten zijn die waarin Oranjes iets sympathieks zeggen over hun familieleden. Zo omschrijft prins Willem-Alexander de werkwijze van zijn moeder als: „Voorbereiden, voorbereiden, voorbereiden, lezen, lezen, lezen.” Een citaat van koningin Beatrix over de overleden prins Claus treft de lezer ook: „Hij is degene die mij coacht. Ik moet zeggen dat ik niet zonder zijn steun zou kunnen.”
Een aantal citaten is overbodig. Zo zijn er een paar seksueel geladen citaten en is er een met een vloek. Die hadden de samenstellers beter weg kunnen laten.
Al lezend ontstaat de indruk dat de auteurs wel eenzijdig citeren. Een veel te groot percentage van de citaten komt uit de Volkskrant (zo’n 15 procent) en uit andere -over het algemeen niet zo koningsgezinde- bladen zoals NRC Handelsblad, Het Parool, HP/De Tijd, De Groene Amsterdammer, Vrij Nederland en Opzij. Waarom is bijvoorbeeld een magazine als Vorsten Royale niet doorgenomen? Daarin komen ook regelmatig Oranjes aan het woord.
De wat eenzijdige selectie zorgt ervoor dat uiteindelijk de kritische geluiden over het koninklijk huis de boventoon voeren. Dat maakt het boek voor een Oranjefan wat minder aantrekkelijk. Vreemd is het dat de lezer de ex-medewerkster van de Rijksvoorlichtingsdienst, Jessa van Vonderen, zo vaak tegenkomt. Deze woordvoerster is op sommige punten messcherp in haar kritiek. Niet echt chique om iemand die zo leegloopt over zijn voormalig werk zoveel ruimte te bieden. Ook de „historicus” Kikkert wordt te vaak geciteerd.
Het boek had aan waarde gewonnen met een goed register, met daarin de namen van de geciteerde personen. Nu is het soms zoeken om een citaat terug te vinden.