„Keuze voor school moet vrijwillig zijn”
ROTTERDAM - Vrijwillig kinderen sturen naar scholen met overwegend allochtone kinderen juicht ze toe. Petra de Vries uit Rotterdam is zelf moeder van drie kinderen op een dergelijke school. In dwang ziet ze niets.
Ongeveer zeven jaar geleden stuurde de Rotterdamse haar oudste dochter naar de protestants-christelijke Eloutschool. „Er zitten zo’n 300 leerlingen op, waaronder momenteel elf volledig Nederlandse kinderen. De leerkrachten zijn allemaal christelijk. Van de leerlingen is dat 40 procent. Eveneens 40 procent is moslim en de overigen zijn onder andere boeddhist of niet-gelovig. In de wijk Middelland in de deelgemeente Delftshaven waar de school staat is zo’n 70 procent van de bewoners allochtoon, schat ik.”De Vries heeft een hekel aan de term ”zwarte school”. „Ik praat liever over een school met veel allochtonen.” Ze koos bewust voor de Eloutschool. „Hij staat bekend als een zendingsschool. Christelijke scholen die dichter bij huis waren, droegen het geloof niet duidelijk uit. Dat is bij de Eloutschool wel zo.”
Er wordt bijvoorbeeld uit de Bijbel gelezen en de school houdt vieringen rond christelijke feestdagen als Kerst en Pasen. Kinderen van allochtone komaf kunnen wel vrij krijgen voor bijvoorbeeld het islamitische Suikerfeest.
De Vries ziet dat vooral strenge moslims op school het christelijke element accepteren. „Ze waarderen het als iemand duidelijk uitkomt voor het geloof.”
Al na een jaar kwam De Vries in de ouderraad. „Ik merkte dat ouders voor de school nauwelijks met elkaar spraken. Via gespreksochtenden heb ik geprobeerd hen meer met elkaar in contact te brengen. Er was weinig contact tussen mensen van verschillende culturen, zoals Turken, Marokkanen of Surinamers. Daar is veel verandering in gekomen. Mensen spreken nu met elkaar en ook kinderen uit verschillende culturen spelen samen.”
Een andere belangrijke reden om te kiezen voor de Eloutschool was dat De Vries zelf woont in een wijk met veel allochtonen. „Mijn kinderen spelen er dagelijks mee. Ze moeten dan niet naar een school die anders is dan hun omgeving.”
Ziet u er geen gevaar in dat uw kinderen in aanraking komen met andersgelovigen?
„Ik zoek niet naar verschillen, maar naar overeenkomsten. En die zijn er veel. Het belangrijkste verschil met het islamitische geloof is dat wij geloven dat Jezus Christus de Zoon van God is. Ik ben er niet bang voor dat mijn kinderen een ander geloof overnemen. Door hen voor te lichten en het goede voorbeeld te geven hoop ik dat ze bij het christelijke geloof blijven.”
Moslims worden vaak geassocieerd met radicaliteit. Is daar op school iets van te merken?
„Ik zie die radicaliteit zelf niet, maar ik kan het me voorstellen dat ze aanwezig is. Vooral bij kinderen in groep 8. In die leeftijd worden ze zich bewust van hun eigen identiteit.”
Vrijwillige initiatieven om kinderen naar scholen met veel allochtonen te sturen, juicht De Vries van harte toe „Ouders sturen hun kinderen niet zomaar naar een zwarte school. Maar in Rotterdam zijn wel mensen die besluiten samen hun kinderen naar zo’n school te doen. Op die manier gaan blanke kinderen er niet alleen heen, maar met een groepje. Ik vind dat een mooi initiatief.”