Politieke crisis in Kirgizië duurt voort
BISJKEK (AP) - De Kirgizische president Koermanbek Bakijev heeft maandag toegegeven aan eisen van de oppositie voor het aftreden van enkele belangrijke leden van zijn kabinet en de procureur-generaal.
Hij gaf evenwel geen gehoor aan de roep om het aftreden van hemzelf en premier Feliks Koelov. Duizenden betogers zetten hun belegering van de presidentiële residentie, het Witte Huis, voor de vijfde achtereenvolgende dag voort.Bakijev stemde in met het aftreden van waarnemend minister van Binnenlandse Zaken Osmonali Goeronov, procureur-generaal Kambarali Kongantijev en diens broer, minister van Binnenlandse Zaken Maldamoesa Kongantijev. De oppositie beschuldigt het drietal van corruptie, obstructie van een onderzoek naar de familie van voormalig president Askar Akajev en de dood van verscheidene parlementsleden. Zij zouden bovendien nauw betrokken zijn geweest bij het verhinderen van een onderzoek naar de dood van zes betogers in de stad Aksoe in 2002, toen Bakijev premier was. De president stemde ook in met heropening van het onderzoek naar de dood van het zestal.
Bakijev deed de concessies nadat enkele tientallen politieagenten zich bij de betogers hadden aangesloten. Enkelen spraken de betogers toe en zeiden dat zij „niet tegen het volk” wilden zijn. Duizenden politiemannen verlieten daarna hun posten bij het Witte Huis, waardoor alleen enkele honderden leden van de nationale garde overbleven om de betogers in toom te houden.