Ook de gedroomde verbinding van de haven met open zee via Harlingen is nog ver weg. „We moeten onze hand nu niet overspelen.”Jaren terug is bewust voor de naam Zuiderzeehaven gekozen. Niet alleen als verwijzing naar het verleden, maar ook omdat Kampen de ambitie koestert ooit weer in directe verbinding met de zee te staan. Daarvoor moet eerst de vaargeul door het IJsselmeer richting Harlingen aanzienlijk worden verdiept en moet de sluis in de Afsluitdijk bij Kornwerderzand worden verdiept en verbreed. Voorlopig lijkt deze miljoenenverslindende operatie niet meer dan een vergezicht.

CDA-raadslid Adema zet zich al jaren in om de openzeeverbinding vanuit Kampen te bewerkstelligen. „Het duurt zeker zes jaar voordat de eerste werkzaamheden beginnen. Het kost al snel tussen de 100 en de 200 miljoen euro.” Pas na jaren lobbyen ontstaat nu voorzichtig begrip voor het belang van de situatie. „Winkelketen Blokker bijvoorbeeld wil in de Zuiderzeehaven graag zijn overslag hebben, maar het bedrijf wacht tot er meer duidelijk is over de connectie met Harlingen. Ze willen toekomstperspectief zien.”

Volgens CDA-Tweede Kamerlid Van Hijum heeft Oost-Nederland de afgelopen periode van het Rijk veel geld gekregen voor verbetering van de infrastructuur. „Extra stroken voor de A28, de komst van de Hanzelijn en nu de toezegging mee te willen betalen aan de bypass van de IJssel bij Kampen: we moeten ervoor waken dat we onze hand nu niet overspelen.” Volgens hem is het niet gepast als de regio bij minister Peijs (Verkeer en Waterstaat) zijn hand ophoudt. „Op korte termijn is er geen geld voor de verdieping van de vaargeul naar Harlingen. De regio moet eerst bekijken, samen met de havens van Meppel en Urk, hoe hij dat wil aanpakken.”

Is Kampen dan niet veel te vroeg begonnen met de aanleg van de haven? „Nee, regeren is vooruitzien”, zegt Van Hijum. En wat als het Rijk de vaargeul niet wil financieren? Dan is de groei van de haven meteen geblokkeerd. „Zo’n vaart zal het niet lopen. Minister Peijs heeft meer dan haar voorgangers oog voor het belang van vaarwegen.”

De eerste kavel van het medio volgend jaar op te leveren bedrijventerrein is verkocht aan het Dronter bedrijf Van Wijk en Olthuis. De vetsmelterij verplaatst de opslag van plantaardige oliën en vetten van Rotterdam naar Kampen. Het is het enige bedrijf dat een jaar na de start van de verkoop een kavel heeft gekocht. Volgens een woordvoerder van de gemeente is het boven verwachting dat er nu, nog maanden vóór de oplevering van het haventerrein, een perceel is verkocht. „We kunnen het al willen verkopen, maar er valt nu nog niets te leveren.”

Ondernemingen in de milieutechniek, metaalbewerking, transport, scheepsbouw en handel en overslag zouden staan te trappelen om een kavel te bemachtigen. De gemeente denkt dat de verkoop een vlucht zal nemen zodra het terrein wordt opgeleverd. Met die grondverkopen moet de 26 miljoen euro die de aanleg de gemeente kost, worden terugverdiend.