Allochtonen pakken minder vaak de fiets
DEN HAAG - Allochtonen in Nederland fietsen een stuk minder dan autochtonen. Van de allochtone huishoudens heeft een kwart geen fiets ter beschikking. Bij de autochtone huishoudens gaat het om slechts 3 procent.
Dat is een van de uitkomsten van een vergelijkend onderzoek naar de mobiliteit van allochtonen en autochtonen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) presenteerde de uitkomsten van dat onderzoek dinsdag. Het rapport is opgesteld op verzoek van het ministerie van Verkeer en Waterstaat.Vooral Turkse en Marokkaanse vrouwen in Nederland fietsen veel minder vaak dan autochtonen. Ongeveer 10 procent van hun ritten gaat per fiets, tegen 27 procent bij geboren Nederlanders. Volgens SCP-onderzoeker Lucas Harms komt dat mogelijk doordat de fiets onder allochtonen een lage status heeft. Ook zijn velen het gewoonweg niet gewend om te fietsen.
Overigens is de mobiliteit onder allochtonen sowieso minder dan onder autochtonen. Met name Turken en Marokkanen zijn minder vaak onderweg. Dit komt volgens het rapport vooral doordat Turkse en Marokkaanse vrouwen vaak niet buiten de deur komen.
Ook hebben allochtone huishoudens minder vaak een auto ter beschikking. Een kwart van de Turkse, een derde van de Marokkaanse en Surinaamse en bijna de helft van de Antilliaanse huishoudens beschikt niet over een auto. Autochtone Nederlanders in de steden daarentegen hebben in 85 procent van de gevallen de beschikking over een of meerdere auto’s.
Alleen het gebruik van het openbaar vervoer scoort onder allochtonen hoger dan onder autochtonen. Vooral Surinamers en Antillianen maken veel gebruik van het ov: een vijfde tot een kwart van de door hen gemaakte ritten gaat per bus, tram, metro of trein. Bij de autochtonen gaat nog geen tiende van de ritten met het openbaar vervoer.