Saddam tot de strop veroordeeld
BAGDAD - De Iraakse ex-president Saddam Hussein is zondag tot de strop veroordeeld wegens misdaden tegen de menselijkheid. Vandaag is een automatische beroepsprocedure begonnen. Irakezen gingen zondag massaal de straat op om hun vreugde te betuigen.
Een speciaal tribunaal in de Iraakse hoofdstad Bagdad legde Hussein zondag de doodstraf op voor zijn rol bij een bloedbad in 1982 in het dorp Dujail. De toenmalige president, een soennitische moslim, liet daar 148 sjiitische moslims vermoorden na een mislukte aanslag op zijn leven.De 69-jarige Hussein onderbrak de opperrechter regelmatig toen die het vonnis voorlas. Na verkondiging van de doodstraf riep hij trillend van woede: „Lang leve de roemrijke natie. Dood aan zijn vijanden!” Hij werd daarop uit de rechtszaal verwijderd.
De executie van Hussein is nog niet zeker en kan nog maanden op zich laten wachten. Na doodvonnissen volgt automatisch een beroepsprocedure, die in het geval van Hussein vandaag is begonnen.
Behalve Hussein zijn ook zijn halfbroer Barzan Ibrahim al-Tikriti en een vroegere president van het zogenoemde Revolutionaire Hof, Awad Hamed al-Bander, ter dood veroordeeld. Voormalig vicepresident Taha Yassin Ramadan kreeg levenslang. Drie andere handlangers moeten vijftien jaar de cel in. Een zevende verdachte in het Dujailproces werd vrijgesproken.
De Amerikaanse ambassadeur in Irak, Zalmay Khalilzad, noemde het doodvonnis een belangrijke mijlpaal op weg naar een vrije maatschappij waarin wetten worden nageleefd: „Een voormalige dictator heeft verantwoordelijkheid moeten afleggen in zijn eigen land.”
De veroordeling van Hussein leidde onder sjiitische Irakezen tot uitbarstingen van vreugde. Menigten trokken juichend door de straten. In de vroegere thuisbasis van Hussein, Tikrit, uitten aanhangers van de ex-president echter hun woede over het oordeel.
Grote ongeregeldheden bleven zondag uit. Uit angst voor een golf van geweld had de regering in Bagdad een uitgaansverbod voor de Iraakse hoofdstad en twee provincies afgekondigd. Wel braken in Bagdad in de soennitische wijk Azamiyah vuurgevechten uit tussen met machinewapens gewapende aanhangers van Saddam en de politie. De strijdkrachten verkeerden in de hoogste staat van paraatheid. Saddams belangrijkste advocaat, Khalil al-Dulaimi, zei na de uitspraak dat Saddam de Irakezen ertoe opriep het religieuze geweld te staken en geen wraak op de Amerikanen te nemen voor het vonnis.
„Saddam wist dat hij ter dood veroordeeld zou worden en wilde dat ik, nadat het vonnis bekend was gemaakt, deze boodschap aan het Iraakse volk en de hele wereld zou doorgeven”, aldus Al-Dulaimi, die de rechtszaak een farce noemde.
De andere rechtszaak die tegen Saddam loopt, wegens de massamoord op Koerden in Noord-Irak, wordt in afwachting van de behandeling van het beroep voortgezet, maar als de rechters van beroep het vonnis bekrachtigen wordt de zaak stopgezet, evenals de andere zaken waarvoor Saddam nog voor de rechter zou moeten verschijnen.