De brandstof komt onder meer uit koolzaadolie. Het is een milieuvriendelijk alternatief voor gewone diesel en kan met enkele kleine aanpassingen in elke auto worden getankt.Enkele oliemaatschappijen in Nederland nemen de Emmense biodiesel inmiddels af om te vermengen met de minerale diesel. Vanaf 1 januari zijn alle maatschappijen verplicht minimaal 2 procent biobrandstof bij te mengen. Dat betekent dat veel dieselrijders nu al ongemerkt biodiesel tanken.

Ook zijn er afnemers die uit milieuoogpunt volledig op biodiesel rijden. Het is nog wel duurder dan gewone diesel, een liter biodiesel kost 1,40 euro. Zou de accijns vervallen, dan zou de prijs 1,03 euro zijn en zou biodiesel nu al concurreren met gewone diesel, waarvan de prijs ook rond dat bedrag ligt. Een accijnsverlaging is hier nog niet aan de orde, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Duitsland, waar biodiesel door accijnsvrijstelling 10 eurocent goedkoper is dan gewone diesel. In Duitsland produceert men al langer biodiesel.

De koolzaadolie uit Emmen komt voor een deel van oliemolens in het Groningse Farmsum en het Overijsselse Haaksbergen. Die kopen het koolzaad bij boeren. Daarnaast importeert Sunoil koolzaadolie. In Emmen wordt de olie geraffineerd door er glycerine uit te halen. Dit restproduct is geschikt als brandstof in biogascentrales of als veevoer.

Raffineren is trouwens niet per se nodig, auto’s kunnen ook op ruwe koolzaadolie rijden. Maar daarvoor moet er een aanpassing komen aan de dieselmotor. Dat hoeft voor biodiesel niet, de brandstof kan zelfs met de gewone diesel in de tank worden gemengd.

In milieukringen bestaat kritiek op de productie van biodiesel. Die zou dusdanig veel energie kosten dat de milieuwinst gering is. Maar algemeen directeur Wilfred Hadders van Sunoil wijst erop dat met name in de uitstoot forse milieuwinst zit. „Biodiesel zorgt voor 70 procent CO2-reductie, 95 procent minder roetuitstoot, weinig zwaveluitstoot en geen stikstofuitstoot. Dat vind ik een zwaarwegend milieuargument.”