Dat blijkt uit een vrijdag verschenen landelijke enquête van het Centrum Hoger Onderwijs Informatie in Leiden. De voorlichting krijgt een 5,7, opvang en begeleiding een krappe 6. In drie jaar tijd werden ruim 50.000 studenten in heel Nederland ondervraagd. Van hen hebben er 3000 een lichamelijke of psychische handicap.Ongeveer zes procent van de ondervraagde studenten heeft een handicap die hen belemmert bij de studie. Bij de meesten is de handicap van buitenaf niet direct herkenbaar. Een klein groepje zit in een rolstoel, is blind of slechtziend.

Daar tegenover staan veel grotere groepen met een lees– of rekenstoornis (dyslexie en dyscalculie, 51 procent), met psychische problemen (12 procent) of chronische ziekten zoals astma (9 procent). Dat zijn beperkingen waar lage drempels in gebouwen weinig nut hebben. Wel zijn voor deze studenten vaak aangepaste onderwijs– en tentamenregelingen nodig, of extra begeleiding.