„Vrij komen van de macht der duisternis”
MAARSSEN - De reguliere psychiatrie kan onvoldoende langdurige begeleiding bieden aan mensen met ernstige psychische trauma’s. Dat stelt Stichting Bethanië, die getraumatiseerde personen opvangt „vanuit de bewogenheid en liefde van Jezus Christus.” In de geestelijke gezondheidszorg roept het initiatief vragen op.
Stichting Bethanië, die circa twee jaar geleden werd opgericht, treedt zaterdag voor het eerst naar buiten met een openbare bijeenkomst in Amersfoort. De organisatie wil daarmee in de eerste plaats mensen met trauma’s bereiken, maar ook hulpverleners zijn welkom.Spreker is pastoraal therapeute Hananja Thomassen. Zij nam twee jaar geleden samen met pastoraal werker Diny Hak het initiatief voor de oprichting van de stichting. Het bestuur bestaat uit Jan van den Bosch en Henk Hak, de echtgenoot van Diny Hak. Er bestaan volgens Van den Bosch plannen het bestuur uit te breiden met mensen uit de medische wereld.
Thomassen leidde in het verleden samen met haar man een evangelische gemeente in Maarssen. Contacten met getraumatiseerde personen brachten haar er in die periode toe een opleiding voor pastoraal therapeut te gaan volgen. Waar zij die opleiding heeft genoten, is volgens haar „irrelevant.” Na enkele jaren bij een bureau voor psychosociale en pastorale hulpverlening te hebben gewerkt, begon ze twee jaar geleden voor zichzelf.
Op dit moment behandelt Thomassen circa twintig cliënten. Er is volgens haar sprake van een groeiende wachtlijst. Tijdens de pastorale hulpverleningsgesprekken is Diny Hak „biddend en ondersteunend aanwezig. Zo vormen wij een team.” In de toekomst wil de stichting een huis openen waarin mensen met ernstige trauma’s kunnen worden opgevangen.
Een trauma staat volgens Thomassen nooit op zichzelf. „De macht van de duisternis kan zich hechten aan traumatische gebeurtenissen. Mensen moeten daarvan zien vrij te komen. De reguliere psychiatrie wil of kan daar niets mee. Ik krijg regelmatig mensen die daar waren uitbehandeld.”
De therapeute begeleidt voornamelijk cliënten met een meervoudige persoonlijkheidsstoornis. „Ik voel dat als mijn roeping. De psychiatrie leert mensen doorgaans met hun deelpersoonlijkheden om te gaan. Ik heb een weg gevonden om hen te laten integreren. Dat is een lang traject, dat jaren kan duren. Ik breng elke deelpersoon bij Jezus, vraag of hij of zij Jezus wil kennen en bij Hem rust wil vinden.”
Uitgangspunt voor Thomassen is „dat de Heer elk mens kan genezen. Voor Hem is niets onmogelijk. Maar mensen moeten er wel aan toe zijn om die genezing te aanvaarden.”
Openheid
Psychiater en theoloog drs. P. J. Verhagen, werkzaam bij ggz-instelling Meerkanten in Ermelo, spreekt in een reactie van „het bekende verhaal uit het alternatieve circuit: de geestelijke gezondheidszorg doet het niet goed, laat mensen met chronische problemen aan hun lot over, maar wíj zullen hen wel helpen, zo niet redden.”
Dat mensen met bijvoorbeeld een meervoudige persoonlijkheidsstoornis vaak onvoldoende baat zouden hebben bij een behandeling in de reguliere ggz, is volgens Verhagen een te snelle conclusie. „Dat zou je met cijfers moeten staven. Het gaat om een ingewikkelde en moeizame stoornis. Meerkanten heeft daar een gespecialiseerde afdeling voor waar we mensen soms jaren en jaren begeleiden. Ik heb zelf ook een vrouw met die stoornis in behandeling. Ze is die intussen niet kwijt, maar kan ondanks dat bijvoorbeeld wel werken.”
De christenpsychiater staat open voor pastorale initiatieven van mensen die menen een aanvulling te kunnen bieden op de ggz. „Maar dan wel vanuit een houding van samenwerken, niet van zich afzetten. Het lijkt me voor Bethanië van groot belang iemand met een medisch-psychiatrische achtergrond te hebben die bij de hulpverlening kan worden betrokken, geraadpleegd of geconsulteerd. Zo veel vertrouwen heb ik wel in de geestelijke gezondheidszorg in dit land. Als je het goed wilt doen, kun je daar niet buiten.”
Ook moet een stichting als Bethanië volgens Verhagen open zijn over de opleiding van haar werkers. „In de ggz werken we met registraties. Hulpverleners moeten ook aan her- en bijscholing doen. Hoe zit het met de opleiding van pastoraal therapeuten? Ik vind het verdacht om dat als niet relevant te bestempelen. De gzz is bij wet verplicht transparant te zijn. Pastoraal therapeuten moeten die openheid ook bieden.”