Chiapas-indianen zoeken heil bij islam
Enkele honderden inwoners van de Mexicaanse deelstaat Chiapas zijn in de voorbije jaren overgegaan tot de islam. Naast de overtuiging het ware geloof te hebben gevonden, speelt daarbij vaak ook nog iets anders mee: moslims onsnappen (nog) aan de gewelddadige confrontaties die zich in het verarmde Chiapas afspelen tussen rooms-katholieken, protestanten en leden van kleinere kerken.
Chiapas, de armste deelstaat van Mexico, is in vergelijking met de rest van Mexico een religieuze lappendeken. Waar de rest van het land voor meer dan 90 procent rooms-katholiek is, bedraagt dat aandeel in Chiapas maar 62 procent. Verschillende evangelische kerken en ook de mormonen en de Jehovah’s Getuigen in de straatarme deelstaat bedrijven met veel succes hun missioneringswerk. Heel wat van die geloofsgroepen leven in Chiapas op voet van oorlog met elkaar. Wrijvingen, die voor een deel hun oorsprong vinden in de ontstellende sociale ongelijkheid in de deelstaat of de discriminatie waarvan de inheemse bevolking het slachtoffer is, ontaarden geregeld in geweld, plunderingen, verdrijvingen en moordaanslagen.
Chiapas raakte in de tweede helft van de jaren negentig vooral bekend door de acties van het Zapatistisch Bevrijdingsleger (EZLN). Die rebellengroep steunt op de gemarginaliseerde inheemse bevolking van Chiapas, die zowat eenderde van de 3,5 miljoen inwoners van de deelstaat uitmaakt, en kan ook bij de plaatselijke Rooms-Katholieke Kerk op veel sympathie rekenen. De zapatisten en hun aanhangers krijgen felle tegenstand van traditionele politici, grootgrondbezitters en conservatieve burgers.
Ook dat conflict valt min of meer samen met de belangrijkste religieuze breuklijnen. Op het platteland in Chiapas worden rooms-katholieken min of meer automatisch tot het kamp van de zapatisten gerekend, terwijl van alle leden van de andere kerken voor het gemak wordt aangenomen dat ze een partijkaart van de Partido Revolucionario Institucional (PRI) op zak hebben - de partij die het land tussen 1929 en 2000 onafgebroken bestuurde en een vuile oorlog voerde tegen de rebellen van het EZLN.
De moslims in Chiapas vallen voorlopig buiten die tegenstelling, al klinkt de reden voor hun gemoedsrust uit hun mond uiteraard wel anders. „Wij zijn voor niemand bang, want Allah beschermt ons”, zegt de indiaan Mariano Hernández, die zich sinds zijn bekering Mamad laat noemen. Mamad maakt deel uit van de moslimgemeenschapschap van La Esperanza, samen met een aantal van zijn voormalige buren uit San Juan Chamula. Uit die gemeente verdreven „traditionalistische rooms-katholieken” de voorbije twintig jaar ongeveer 30.000 indianen omdat ze een ander geloof aanhingen.
De moslims in Chiapas nemen hun nieuwe geloofsovertuiging ernstig. In november vorig jaar vertrok een eerste groep van vijftien pelgrims voor de traditionele bedevaart naar Mekka. „De inheemse wereld heeft een erg natuurlijke relatie met de schepping”, zegt Aurelio Pérez, de voorzitter van de Missie voor de Da’wa in Mexico. Daardoor begrijpen veel indianen volgens hem makkelijker wat de islam inhoudt. Via de Da’wa proberen overtuigde moslims andersgelovigen het islamitische geloof nader te brengen.
Voorlopig lijken de religieuze tegenstellingen tussen de grote geloofsgroepen in Chiapas onoverbrugbaar.