Dat maakten KNMI en Rijkswaterstaat donderdag bekend. Beide instellingen besloten de handen ineen te slaan na de hevige sneeuwval die 25 november vorig jaar leidde tot meer dan 800 kilometer file en duizenden gestrande reizigers. Toen ruim een maand later opnieuw bar weer op komst was, besloten KNMI en Rijkswaterstaat het publiek ruim van tevoren te waarschuwen. „Dat werkte. Nieuwe chaos bleef uit”, zei verkeersminister Peijs donderdag.Nu al geeft het KNMI een weeralarm als de situatie daar aanleiding toe geeft. Maar dat alarm wordt tot nu toe onvoldoende betrokken op het verkeer, waardoor weggebruikers er niet of nauwelijks rekening mee houden. Dinsdagavond nog gaf het KNMI een weeralarm af vanwege de zware storm die werd verwacht. Het is de vraag of die storm had geleid tot een weer- en verkeeralarm als dat vorige week al was ingevoerd, zei KNMI-hoofddirecteur F. Brouwer donderdag. „Het ging vooral om zeer harde wind, dat hoeft niet ontwrichtend te zijn voor het wegverkeer. Het bleef bij hier en daar een tak op de weg.”

In de nieuwe opzet zullen KNMI en het Verkeerscentrum Nederland, onderdeel van Rijkswaterstaat, bij naderende en omvangrijke storingen overleggen over de gevolgen voor het wegverkeer. Als die er zijn, komt er 12 tot 24 uur van tevoren een voorwaarschuwing. Zet het barre weer door, dan volgt een echt weer- en verkeeralarm. Dat alarm wordt, net zoals nu, doorgegeven via radio, internet en diensten zoals sms.

De instanties verwachten dat er jaarlijks zeven voorwaarschuwingen de deur uitgaan, die worden omgezet in gemiddeld vijf weer- en verkeeralarmen.

Minister Peijs zei dat het gecombineerde alarm in principe alleen bij bijzondere weersomstandigheden wordt gebruikt die van invloed kan zijn op de verkeersveiligheid. „Maar je kunt niet alles voorzien. Beter één keer te veel gewaarschuwd dan één keer te weinig. Automobilisten blijven uiteindelijk zelf ervoor verantwoordelijk of ze de weg op gaan.”