Binnenland

Sjoelsteen test fitheid 55-plusser

SEBALDEBUREN - Senioren in het Groningse Sebaldeburen hebben een primeur. Hun gemeente startte woensdag als eerste met een nieuw bewegingsproject voor 55-plussers. Een zestiger over haar deelname: „Ik doe het helemaal voor mezelf.”

Mariëlle Buys
2 November 2006 11:48Gewijzigd op 14 November 2020 04:15
SEBALDEBUREN – Tjeerd Heukers (r.) uit Doezum onderging woensdag in het Groningse Sebaldeburen een fittest. Het is de start van een nieuw bewegingsproject voor 55 plussers. Medeontwikkelaar Gieneke Hospes van Rijksuniversiteit Groningen noteert zijn geg
SEBALDEBUREN – Tjeerd Heukers (r.) uit Doezum onderging woensdag in het Groningse Sebaldeburen een fittest. Het is de start van een nieuw bewegingsproject voor 55 plussers. Medeontwikkelaar Gieneke Hospes van Rijksuniversiteit Groningen noteert zijn geg

Aan de lange koffietafel in het buurthuis van Sebaldeburen zitten zes dames en drie heren, allen boven de 55. Deze woensdagochtend ondergaan zij -samen met een tiental andere deelnemers- een fittest. Docent Liesbeth Heeres heeft zojuist iedereen een stappenteller uitgedeeld. „Zelf draag ik hem al een tijdje. Als ik ’s morgens uit bed stap en naar de wc ga, doe ik de teller aan m’n onderbroek vast. Dan tellen die paar stappen mooi ook al mee.”De gemeente Grootegast, waaronder Sebaldeburen valt, is de eerste gemeente die werkt met het Stimulerings Model voor een Actief Leven door Leefstijlactiviteiten (SMALL), ontwikkeld door Rijksuniversiteit Groningen. Senioren die niet actief genoeg zijn, moeten door het project de gelegenheid krijgen meer te bewegen.

Capuchontrui
De stappenteller is de eerste aanzet. Het is de bedoeling dat elke deelnemer tijdens het acht weken durende project elke dag het aantal stappen -maar ook andere vormen van beweging- noteert. De docent belt driemaal op om de resultaten per persoon te bespreken. Daarnaast is er vier keer een beweegactiviteit met alle deelnemers, zoals zwemmen en wandelen.

Docent Heeres gaat verder met de les. „Elke avond voordat je naar bed gaat, moet je de stappenteller resetten.” De cursusdeelnemers, veelal met sportieve trui en trainingsbroek, frunniken aan hun taille om de teller op nul te krijgen. „Die van mij staat al op 61 stappen”, constateert een mevrouw gehuld in capuchontrui even later. „En ik ben alleen nog maar naar het toilet gelopen.” Haar overbuurvrouw: „Ik heb niet zo veel vertrouwen in die dingen. Als je even beweegt, dan tellen ze al.”

Tjeerd Heukers (68) uit Doezum doet samen met zijn vrouw Elly (63) mee aan het fitprogramma. „Ik ben bang dat ik niet genoeg aan beweging doe”, motiveert hij. „Ik werk niet meer, maar doe toch veel schilderklussen. Dat zorgt voor een eenzijdige beweging. En ik heb daardoor weinig tijd om te bewegen.” Zijn vrouw: „Van samen sporten komt niet veel. Mijn man fietst liever, omdat hij een aangeboren afwijking heeft aan zijn voet. Ik hou meer van wandelen.”

Ze is vast van plan in de toekomst meer te gaan bewegen, de eerstvolgende week al. „Tien jaar terug wandelde ik veel. Nu heb ik slijtage aan m’n heup en is dat wat verminderd. Dit project is voor mij de bekende stok achter de deur.” Haar man is minder optimistisch: „Ik kan nog niet zeggen of ik meer zal gaan bewegen.”

Tijd voor de fittest. Aan vier verschillende tafels meten studenten van Rijksuniversiteit Groningen onder meer de been- en armkracht en het uithoudingsvermogen van de senioren. Maar eerst ondergaat iedereen een bloeddrukmeting. „Ik kan bij u niets horen”, zegt projectleider Mariëlle Tromp, terwijl zij de bloeddruk bij Elly Heukers probeert op te meten. Een digitale meter brengt uitkomst. „Uw bloeddruk is wat hoog. Niets verontrustends, maar ik zou wel even langs de huisarts gaan.”

Aan een andere tafel doet een mevrouw een oog-handcoördinatietest. Zo snel mogelijk moet ze veertig rode schijven -die op sjoelstenen lijken- van de ene naar de andere kant van een vierkant verplaatsen. „Net iets onder het gemiddelde”, zegt de studente die de scorelijst invult.

Taille
Het SMALL-project is een afgeleide van een groot landelijk project, licht Gieneke Hospes van het Interfacultaire Centrum voor Bewegingswetenschappen van de Groningse universiteit toe. Zij is medeontwikkelaar van het nieuwe project. „Voor gemeenten met minder dan 20.000 inwoners is deze nieuwe vorm een uitkomst. Dit project vindt plaats in een buurthuis of in de openlucht, terwijl voor het bestaande programma een grote sporthal nodig is. Die cursus is voor veel gemeenten ook te duur, omdat hij drie maanden duurt in plaats van acht weken.”

Voor mevrouw Heukers vallen de resultaten niet tegen. Bij de sjoelbak scoort ze iets hoger dan gemiddeld, en haar gewicht is acceptabel. „Maar van mijn taille en heupen zou wel iets af mogen.”

Ze is vast van plan nog meer te gaan bewegen en nog meer op haar eten te letten. „Consequent zijn is het moeilijkst”, verzucht ze.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer