Binnenland

Niemand besefte wat hij in Auschwitz rook

AMSTERDAM - „Je wist bij aankomst in Birkenau eigenlijk niets van de verschrikkingen. Je voelde wel wat, je merkte wel iets. Nu weet iedereen dat de mensen werden vergast, maar wij konden dat niet begrijpen.”

L. Vogelaar
1 November 2006 09:44Gewijzigd op 14 November 2020 04:14

„We liepen daar rond met het gevoel dat dat niet waar kon zijn”, herinnerde Annetje Fels-Kupferschmidt zich. „Je rook het, maar het drong niet tot je door wat je rook.”Fels overleefde vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau. Van 1974 tot 1994 was ze voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité, daarna was ze tot haar overlijden in 2001 erevoorzitter. „Zolang er oorlog, racisme en antisemitisme in de wereld is, blijft ons werk zinvol”, zegt huidig voorzitter J. Grishaver. Vanmiddag stond het comité stil bij zijn 50-jarig bestaan.

In januari 1952 organiseerde de Poolse regering voor het eerst een internationale herdenking van de bevrijding van het vernietigingskamp. Alle delegaties vulden in het kamp een urn met menselijke as om mee te nemen naar hun land. De urn die de Nederlandse delegatie meebracht, werd onder een gedenksteen begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam. Daar werden elk jaar de slachtoffers herdacht op of rond 27 januari, de bevrijdingsdatum van Auschwitz.

De steen werd in 1977 vervangen door het Spiegelmonument van Jan Wolkers. In 1993 werden monument en urn verplaatst naar het Amsterdamse Wertheimpark, waar sindsdien ook de herdenkingen plaatshebben.

Onder de deelnemers aan de reis van 1952 werden vier jaar later getuigen gezocht voor het proces tegen naziarts C. Clauberg, berucht om zijn medische experimenten in Auschwitz. Er werd een oproep geplaatst voor een openbare bijeenkomst en daarmee kwam het Nederlands Auschwitz Comité van de grond.

Het comité protesteerde tegen het feit dat oud-nazi’s in Duitsland hoge functies kregen en tegen de vrijlating van de Drie van Breda. Het comité zamelde geld in voor een internationaal monument in Auschwitz, organiseerde culturele avonden en geeft een blad uit. Het comité beschouwt het aannemen van de Wet uitkering vervolgingsslachtoffers (WUV) in 1972 als een kroon op zijn werk.

Onder het motto ”Nooit meer Auschwitz” ageert het comité „tegen alle vormen van fascisme, racisme en antisemitisme” en richt het zich op het welzijn van overlevenden en nabestaanden.

„Het antisemitisme neemt weer toe”, zegt voorzitter Grishaver. „Ik zie dat echter niet zozeer als toenemende weerstand tegen Joden, maar meer als deel van de algehele verharding in de maatschappij. Dat leidt tot discriminatie van kerken, van culturen. We zijn gewoon minder bereid om zonder aanzien des persoons met elkaar samen te leven.”

Daarom houdt het comité nieuwe generaties het verleden voor. „Om van het verleden te leren, zodat we het niet herhalen.”

”Voormalig nazi-Duits concentratiekamp Auschwitz-Birkenau”, moet concentratiekamp Auschwitz gaan heten, als het aan de Poolse regering ligt. „Volkomen terecht”, vindt Grishaver. „Te vaak wordt in mediaberichten gesproken over „het Poolse vernietigingskamp”, en dat terwijl het Duitse bewind door de Polen werd verafschuwd.”

Volgende week vertrekt een groep Nederlanders naar het kampterrein. Het Auschwitz Comité organiseert deze zesdaagse reis elk jaar. Voor overlevenden, voor nabestaanden en voor belangstellenden. Bij die laatste groep worden onderwijsgevenden nadrukkelijk genoemd. „Of jongeren zich in het verleden kunnen inleven, hangt voor een belangrijk deel van hun leraar af. Wij begeleiden nu ook scholen die een tocht naar het kamp ondernemen en we zijn zelf een reis voor pabostudenten aan het organiseren.”

Vorig jaar april openden prins Willem-Alexander en prinses Máxima de tentoonstelling in het vernieuwde Nederlandse paviljoen in Auschwitz. „De belangstelling voor onze boodschap neemt gelukkig niet af”, zegt Grishaver. „Auschwitz staat symbool voor de jodenvervolging. Dat bleek toen de Verenigde Naties vorig jaar 27 januari als internationale Holocaustdag aanwezen. Bij onze jaarlijkse Nooit-meer-Auschwitzlezing zit de Beurs van Berlage in Amsterdam helemaal vol. Waarschijnlijk gaan we in Nederland naar drie grote herdenkingen toe: 4 mei, 15 augustus, maar ook 27 januari.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer