Christendom in China blijkt eeuwen ouder
Het christendom heeft China niet pas na het jaar 600 bereikt, maar al rond het jaar 86. Dat zegt de 74-jarige hoogleraar theologie Wang Weifan na bestudering van eerder opgegraven stenen met inscripties. Niet pas met de komst van de Syrische zendeling Alopen (een volgeling van Nestorius) onder de regering van Zhenguan (Tang-dynastie, 618-907) kwam het christendom, maar er zijn al uit de eerste eeuw sporen gevonden die duiden op christelijke aanwezigheid.
Toen een team onder leiding van de hoogleraar stenen met inscripties bestudeerde die afkomstig zijn uit de oostelijke Han-dynastie, reageerde men opeens zeer verrast. Deze dynastie bestond van het jaar 25 tot het jaar 220. De stenen bevinden zich in het museum van Xuzhou, waar met name stenen uit de Han-periode verzameld worden. Op de stenen staan afbeeldingen die niet alleen vissen, vogels en dieren laten zien, maar ook naar het scheppingsverhaal verwijzen. Wang Weifan constateerde sterke overeenkomsten tussen de Chinese afbeeldingen en wat in onder andere Irak aan christelijke cultuur is gevonden. De stenen zijn afkomstig uit vier steden, waaronder de museumstad Xuzhou zelf. De stenen zijn gevonden in een twintigtal graven van leden van de Han-dynastie.
Het gaat om rond de 500 voorwerpen, waaronder de stenen. De stenen bevatten afbeeldingen van passages uit de Bijbel en uit vroegchristelijke tijd. Pas na intensievere studie ontdekte het team dat men enkele stenen heel exact kan dateren in het jaar 86. Daarmee concludeerden de onderzoekers dat China’s kennismaking met het christendom ongeveer 550 jaar eerder plaatshad dan altijd werd aangenomen.
Al enkele decennia geleden spraken geleerden het vermoeden uit dat het christendom eerder in China voet aan wal zette dan met de komst van Alopen. Maar zij konden nooit bewijzen vinden voor hun stellingen. Zij denken dat met de ontdekkingen van professor Weifan het sluitende bewijs geleverd is.
In de Chinese stad Xian staat in een museum de zogeheten nestoriaanse steen. In 1625 werd bij de stad Si-an-foe in de provincie Sjen-si een monument opgegraven dat daar in het jaar 781 was opgericht. Het is een meer dan manshoge stenen plaat met inscripties. Daarop staat dat een nestoriaanse monnik, Alopen, in 635 naar Ch’ang-an was gekomen en in 638 toestemming kreeg van de keizer voor het bouwen van een klooster. In de tweede helft van de negende eeuw was deze kloostergemeenschap echter alweer verdwenen.
In Xian is de steen een lokkertje van het museum. Veel toeristen bezoeken de steen, hoewel de opgravingen van de zogeheten terracotta-soldaten buiten Xian een veel grotere toeristische trekpleister zijn.