Senegalese boer slikt Europese ui niet langer
BRUSSEL - Met het beeld van een Afrikaanse boer die stikt in een Europese ui roept de Vlaamse ngo-koepel 11.11.11. dit jaar op tot solidariteit met de boeren in Senegal. Die worden de armoede ingedreven door de invoer van goedkope uien uit Europa. Sinds enkele jaren verweert Senegal zich met een seizoensgebonden importstop evenwel opperbest tegen deze concurrentie. Het uienverhaal was om van te huilen, maar heeft een happy end.
De ui is de belangrijkste groente in Senegal en een onmisbaar ingrediënt voor het nationale gerecht: de yassa au poulet of kip in citroen-uienmarinade. De lokale uienboeren hebben op dit moment een marktaandeel van ongeveer 60 procent. De rest van de uien wordt geïmporteerd uit Nederland, Frankrijk en België.De Europese uien worden belast met een invoerbelasting van 42 procent en zijn dus duurder dan de inheemse. Toch verdringen ze de Senegalese uien omdat ze beter van kwaliteit zijn en langer te bewaren. De lokale uienboeren hebben nog niet de juiste soorten en de juiste bewaartechnieken om het hele jaar door uien te leveren.
Sinds Senegal halfweg de jaren negentig onder druk van het IMF en de Wereldbank zijn invoerheffingen moest reduceren, heeft de Europese import heel wat Senegalese boeren uit de markt geduwd.
Om de nationale uienkwekers te beschermen organiseert de Senegalese Autoriteit voor Marktregulering in samenwerking met de distributeurs sinds enkele jaren een invoerstop voor buitenlandse uien. Dat gebeurt op het moment dat de eigen oogst verkoopklaar is, van begin mei tot eind augustus.
In 2005 slaagden de Senegalese uienboeren er opnieuw in een omzet van 15 miljoen euro te halen. „Sommige boeren konden voor het eerst al hun uien verkopen”, zegt Martin Gordon van Christian Aid, een Britse ngo die ook campagne heeft gevoerd rond uien, „al hadden sommige boeren graag gewild dat het importverbod vroeger inging dan begin mei.” Senegal heeft twee grote uienproducerende regio’s, en de uien uit de vallei van de Senegalrivier nabij Saint-Louis zijn in maart al verkoopklaar.
In juli 2005 liep het dan toch nog mis. De uienvoorraad uit Saint-Louis was uitgeput vóór de uien uit het duingebied van de Niayes op de markt kwamen. Enkele geslepen distributeurs maakten van de schaarste gebruik om hun voorraad Europese uien voor 60 eurocent per kilo aan de man te brengen, terwijl de Autoriteit voor Marktregulering een prijs van 30 eurocent had afgesproken. Om de uien voor de consument betaalbaar te houden, besloot Senegal dan maar vroeger dan gepland opnieuw uien te gaan importeren.
„De distributeurs hadden een grote voorraad importuien opgeslagen die ze met medeplichtigheid van de verkopers boven de afgesproken prijzen hebben verkocht”, zegt Mignane Diouf, handelsspecialist van het Afrikaanse Netwerk voor Integrale Ontwikkeling (RADO). „Maar ook de producenten zijn wat naïef geweest. Ze hebben hun uien zo snel mogelijk verkocht omdat ze dachten dat ze zo’n kans niet meer zouden krijgen.”
In 2006 verliep de commercialiseringscampagne zonder onverwachte prijsstijgingen, zegt Oumar Samba Ndiaye van de Autoriteit voor Marktregulering (ARM). Om te voorkomen dat de distributeurs een voorraad buitenlandse uien zouden opslaan, wordt de invoer al vanaf februari beperkt.
Om tegemoet te komen aan het vroegere oogstseizoen van de producenten van de Senegal, werd het begin van de sperperiode verlegd naar 15 april. De „rechtvaardige prijzen” die de ARM had vastgelegd voor producenten, distributeurs en handelaars, werden gerespecteerd. Bijgevolg bleef de invoerstop zoals gepland vier maanden overeind.
„Uiteindelijk is het de bedoeling dat Senegal helemaal zelfvoorzienend wordt, zoals alle landen in de wereld”, zegt Ndiaye, „de uienimport kost ons 7 tot 8 miljard CFA (11 miljoen euro) per jaar.” Het invoerverbod staat volgens Ndiaye niet onder druk vanwege het IMF of de Wereldhandelsorganisatie, omdat het om een vrijwillig initiatief gaat van de distributeurs, „die zich in deze dynamiek inschakelen in het belang van het land.”
Om de concurrentiepositie van de lokale uienkwekers te verbeteren, investeert de Senegalese regering ruim 400.000 euro in de bouw van opslagplaatsen, 25 in de productiezone en 10 in de buurt van grote markten. De boeren kunnen hun uien zo langer bewaren en beter inspelen op de veranderende vraag.
Loopt 11.11.11. met zijn uiencampagne dan achter de feiten aan? „Niet helemaal”, zegt Marc Maes van de ngo-koepel, „Het invoertarief van 42 procent staat onder druk in de handelsgesprekken met de Europese Unie. Het is belangrijk dat de regering over de beleidsruimte kan beschikken om andere dan zuiver economische belangen na te streven. Een heffing op de uienimport kan een soort herverdelingsmechanisme zijn. De consumenten in stedelijke gebieden betalen ietsje meer ten voordele van de producenten op het platteland.”