Verdachte moord Goudse studente vrijgesproken
De rechtbank in Den Haag heeft donderdagmiddag de verdachte van de moord op de Goudse studente Mariëlla de Geus vrijgesproken. De verklaringen van de verdachte Nourdin B. waren volgens de rechtbank niet betrouwbaar genoeg om hem te veroordelen. De officier van justitie had twee weken geleden tien jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging tegen B. geëist.
Het lijk van De Geus werd begin november gevonden op een parkeerplaats in het centrum van Gouda. Zij was vermoord en verkracht. De vrouw was twintig jaar toen ze stierf. Een stille tocht ter nagedachtenis aan Mariëlla bracht bijna 10.000 mensen op de been.
Nourdin B. legde een aantal verklaringen met veel tegenstrijdigheden af over zijn aandeel in de zaak. Desondanks was justitie er van overtuigd dat B. Mariëlla zo lang met een baksteen had geslagen dat zij stierf. De rechtbank twijfelt echter aan de geloofwaardigheid van zijn verklaringen. hoogstwaarschijnlijk gaat het openbaar ministerie (OM) in hoger beroep tegen de uitspraak.
Onderzoekers van het Pieter Baan Centrum in Utrecht hebben B. omschreven als zwakbegaafd, schizofreen, verward en snel gefrustreerd. Hij kreeg al langere tijd antipsychotische medicijnen toegediend.
B. werd op 23 november aangehouden, mede op basis van tips die binnenkwamen na een uitzending van Opsporing Verzocht. Verscheidene mensen tipten de politie over de man nadat zij het signalement hadden gezien. Niemand heeft B. echter op de plaats van het delict gezien. Technisch bewijs tegen hem ontbreekt.
Met deze vrijspraak is het onderzoek in de zaak-De Geus niet afgerond: het OM zoekt nog degene die de studente heeft verkracht. Uit DNA-onderzoek bleek dat B. dat niet heeft gedaan. De officier van justitie vermoedt dat B. wel seks met De Geus had willen hebben. „Toen dat niet lukte, is er iets bij hem geknapt”, aldus de officier twee weken geleden tijdens de rechtszitting.
De uitspraak veroorzaakte een oorverdovende stilte onder het publiek. Die stond in schril contrast met het rumoer dat familieleden van B. maakten toen de officier haar eis verwoordde: B.’s moeder viel flauw en zijn zus schold de aanklaagster uit.