Nieuw is niet altijd nieuw bij MINI
Het gebeurt heel snel dat autofabrikanten roepen dat iets nieuw is, maar als er dieper op de materie wordt ingegaan, blijkt dat wat als nieuw gebracht wordt, toch wel behoorlijk gebaseerd te zijn op wat al bestond. Ook MINI spreekt van een nieuwe auto, maar waarom lijkt deze dan als twee druppels water op het bestaande model?
Het antwoord wordt snel duidelijk. Eigenlijk had de huidige MINI nog twee jaar mee gemoeten. Maar de aanpassingen vanwege een compleet nieuwe motorenlijn en veranderingen op het gebied van veiligheid gingen zo ver, dat werd besloten een compleet nieuwe MINI te ontwerpen. En waar moest de nieuwe MINI op lijken?Juist, zo veel mogelijk op de bestaande. Iemand moet er aardig op studeren om de nieuwe van de bestaande te onderscheiden.
In eigen huis
Om de auto veiliger te maken voor voetgangers is de voorbumper volumineuzer geworden en de motorkap hoger geplaatst. Om de auto ondanks deze aanpassingen in balans te houden, kwamen er ook aan de achterkant een paar centimeters bij.
De achterwielophanging bestaat voor een groter deel uit aluminium en dat scheelt in totaal 6 kilo aan gewicht. De motorruimte is volledig gewijzigd, omdat BMW samen met Peugeot een nieuwe 1,6 liter motor heeft ontwikkeld, die beide partners in eigen huis bouwen. Voor de MINI is er keuze uit twee, de normale 1,6 liter van 120 pk voor de Cooper en de turbovariant, die in de Cooper S maar liefst 175 pk levert.
Jammer dat de eerste kennismaking alleen de Cooper S betrof, een auto die bij vol accelereren wat onrustig op zijn voorwielen wordt, die moeite hebben het koppel van 260 Nm probleemloos op het asfalt over te brengen.
De elektrohydraulische besturing mag geprezen worden. Een dergelijke voorziening krijgt bij veel auto’s kritiek vanwege het zoekerige effect rond de rechtuitstand, maar bij de MINI geen enkele wanklank. Dit type stuurbekrachtiging heeft als voordeel de gunstige invloed op het brandstofverbruik.
Bij de MINI zijn ook de nieuwe motoren zuiniger, er wordt ten opzichte van het vorige model een winst van 16 tot 18 procent beloofd.
Fantasievol combineren
Voor het interieur geldt eigenlijk hetzelfde als voor de buitenkant: geen nieuws. Wel is alles opnieuw vormgegeven, zijn de materialen fraaier en kan er uit nog meer kleuren en materialen worden gekozen.
Verder hebben de ontwerpers mogen spelen met licht. Optioneel is er een blauwkleurige ambianceverlichting leverbaar, die met een knopje traploos kan variëren naar oranje/rood.
De stoelen zijn niet overdreven groot, maar zitten uitstekend. Ook bij de bekleding zijn er volop mogelijkheden: stof of leer of een combinatie daarvan. De MINI kan worden ingericht met klassieke tinten en bijvoorbeeld houten panelen of juist met geelaccenten en details in glanzend zwarte pianolak. Wie een beetje fantasievol combineert, zal van zijn of haar MINI niet snel een tweede tegenkomen.
Erg prettig is het comfortabel geveerde onderstel van de Cooper en de Cooper S. Daar is bewust voor gekozen, omdat lang niet alle klanten zo te spreken waren over de sportieve afstemming. Wie die extra stugheid nog wel graag wil, kan bij het merk gewoon een sportchassis bestellen. Leuk en aardig, zo blijkt al na een paar kilometers, maar wie lange afstanden rijdt, kan het missen als kiespijn. Op bochtige trajecten blijkt een comfortabele afstemming zelfs prettiger, de elektronica hoeft minder snel in te grijpen.
Niet geheimzinnig
Met de nieuwe Cooper en Cooper S is de vernieuwing van het programma nog lang niet rond. Volgend voorjaar komt de MINI One, die een 1,4 liter variant van de nieuwe motor krijgt.
Ook komt de MINI diesel nu eindelijk naar Nederland. De volgende stap is de vernieuwing van de cabriolet, en MINI doet er niet geheimzinnig over dat er een soort van stationwagon in de pijplijn zit, mogelijk Clubman genaamd.
De nieuwe MINI Cooper is er vanaf 22.270 euro en de S-versie start bij 29.960 euro.