„Balkan-werk niet ongezegend”
„Het is een bijzonder rijke troost dat het ten diepste niet gaat om het werk van ds. Simo Ralevic in voormalig Joegoslavië of om onze inspanningen voor de Balkanzending. Het gaat erom wat de Heere werkt. En ds. Ralevic mag er Bijbels verspreiden, preken uitgeven op papier en via cassettes. Er is vraag naar en er ontstaan kleine huisgemeenten.” Dat zei ds. C. L. Onderdelinden woensdagmiddag in Vriezenveen tijdens een zendingsmiddag van de Balkanzending. „Het werk is er niet ongezegend.”
Ruim honderd mensen, onder wie veel kinderen, luisterden woensdagmiddag in de hervormde Bethelkerk naar de oud gereformeerde ds. Onderdelinden en de hervormde predikanten B. Reinders en J. D. Heikamp.
Ds. Onderdelinden sloot de middag af door te spreken over Jeruzalems ontrouw, straf en herstel, zoals dat staat in Ezechiël 16:1-14. Thema van de toespraak was: ”Gods liefdevolle ontferming betoond aan een walgelijk volk”. Hij sprak over hoe God zag en vond, hoe Hij sprak en hoe God met Zijn volk handelt. Daarbij tekende de predikant, mede aan de hand van de tekst „Ik zeide tot u in uw bloed: Leef”, de doodstaat van de mens maar ook het bevel dat daarin opgesloten ligt. Hij waarschuwde de aanwezigen de term ”verdoemelijk voor God” niet te gebruiken om onze rechtzinnigheid te etaleren: „Als we die verdoemelijkheid inleven, liggen we er zelf bij. Hebt u daar al ”amen” op gezegd, de schuld aanvaard, de straf gemijnd?’’
Verder zei hij dat het tot troost is dat God altijd de eerste is in het leven. Hij beveelt: Leef. „En ik hoop waarlijk dat dit uitgewerkt wordt in uw leven.” Verder zei de predikant dat de aanwezigen wel mochten beseffen wat een voorrecht het is in een gereformeerde traditie te staan, voorgangers en gebouwen te hebben, rust en vrede te kennen. „Ds. Ralevic wordt vijandig bejegend en is pas nog door gewapende mannen overvallen. Niet alleen in ons land maar ook daar is weerstand tegen het Evangelie.” Ds. Onderdelinden zei dat ds. Ralevic vrijwel geheel alleen staat in een vijandige omgeving. „Hij vindt ook geen begrip bij de Grieks-orthodoxen en staat verder in een wereld vol ongeloof. Toch mag hij er spreken van zonde en genade.”
Ds. Heikamp, hervormd predikant in Vriezenveen, opende de bijeenkomst met een korte overdenking over Matthéus 3:1-9. Daarbij sprak hij over de prediking en de oproep tot bekering die Johannes in de woestijn van Judéa uitsprak (vers 1 en 2). Hij plaatste het tekstgedeelte in de context van het hoofdstuk. Hij noemde de eerste twee verzen een opdracht aan allen die geroepen zijn tot verkondiging. „De Heere bracht mensen uit alle lagen van de bevolking onder het gehoor. Het beeld van de woestijn tekent ons leven en de plaats die de duivel daarin inneemt. Het is ook een symbolische les voor ons als voorgangers. Wij kennen de eenvoud van Johannes niet meer. Toch zal de woestijn eenmaal bloeien door de Gekruisigde”, aldus ds. Heikamp.
Ds. Reinders sprak over de Kananese vrouw, van wie de dochter door de duivel bezeten was (Matthëus 15:21-28). De hervormde predikant uit Maartensdijk zei dat de Heere Zijn eigen werk openbaar maakt. „Die vrouw had alles tegen. Zijn er hier ook die alles tegen hebben, zoals hun afkomst? Maar de Heere bearbeidde die vrouw door Zijn Woord en Geest.” Ds. Reinders wees erop dat die vrouw door het geloof een pleitgrond had in de woorden van Jezus. Hij verwees hierbij naar een passage van Comrie. Hij merkte tevens op dat de kruimels op de grond wijzen op de overvloed op de tafel zelf. Verder onderstreepte hij de noodzaak van geloof en bekering.