Verwarring rond Amerikaans Irakbeleid
NEW YORK - Begin volgende maand gaan de Amerikanen naar de stembus om een nieuw parlement te kiezen. Daarbij kunnen zij zich in verschillende staten ook uitspreken over de oorlog in Irak. Het gaat hier om referenda die niet bindend zijn, maar die wel de stemming onder de bevolking aangeven.
„Ik weet wel dat deze referenda nauwelijks invloed zullen hebben op het beleid van Washington, maar wij moeten de burgers toch de mogelijkheid geven om zich uit te spreken. Blijven wij werkelijk Amerikaanse levens in Irak opofferen voor dit beleid?” aldus Paul Shannon van de organisatie American Friends Service Committee, de Quakergroep die de referenda in 139 gemeenten in Massachusetts organiseerde.Die referenda zullen het Irakbeleid inderdaad niet wijzigen, maar zij vestigen daar wel de aandacht op. Dat is precies wat moet worden vermeden volgens Bill Frist, leider van de Republikeinse (meerderheids-)fractie in de Senaat in Washington. „Als je wilt worden herkozen, vestig in je campagne dan de aandacht op de economie en vooral niet op de strijd tegen het terrorisme of de situatie in Irak”, aldus Frists boodschap aan zijn partijgenoten woensdag via een interview in de Concord Monitor.
Terugtrekking
Spijtig voor Frist, maar zijn partijgenoot president Bush hield zich woensdag niet aan dit advies. Nu staat Bush’ herverkiezing op 7 november ook niet op het spel, maar wat de president zegt kan van grote invloed zijn op uitslagen, vooral als het in sommige districten om een nek-aan-nekrace gaat tussen Republikeinen en Democraten.
In beide partijen wordt de roep om terugtrekking van Amerikaanse troepen uit Irak steeds luider. Dat staat haaks op de mededeling van de Amerikaanse topmilitair in Irak, generaal George Casey, dat er méér Amerikaanse troepen in Irak nodig zijn.
Is er geen einde in zicht van de Iraakse oorlog? „Dat einde hangt in belangrijke mate af van de vraag wanneer de regering in Bagdad de veiligheidstaken van de internationale coalitie kan overnemen”, aldus president Bush woensdag tijdens een persconferentie in het Witte Huis. „Wij zetten de regering van premier Nuri al-Maliki niet onder druk, maar wij hebben wel duidelijk gemaakt dat ons geduld niet onuitputtelijk is”, aldus de president.
De Amerikaanse ambassadeur in Bagdad, Zalmay Khalilzad, ging dinsdag nog verder. Hij zei dat Washington de regering van Al-Maliki een scenario van „doelstellingen” had voorgelegd, waar Bagdad mee akkoord was.
„Vergeet dat maar”, luidde de boodschap van Al-Maliki een dag later. „Niemand heeft het recht onze regering een scenario op te dringen”, aldus Al-Maliki woensdag tijdens een persconferentie in Bagdad.
Dat was nauwelijks het signaal waarop Washington hoopte. Er zijn al bijna 2800 Amerikaanse militairen in Irak omgekomen en oktober wordt de dodelijkste maand dit jaar. De kritiek op de oorlog neemt toe.
Volgens recente opiniepeilingen beschouwt een meerderheid van de Amerikanen de invasie van 2003 als een mislukking en de meeste Amerikanen willen dat Washington een begin maakt met de terugtrekking van de troepen. Of in ieder geval een tijdstip bekendmaakt wanneer die terugtrekking zal beginnen.
President Bush sprak woensdag over „aanpassingen” van de tactiek in Irak, maar zijn beleid blijft in feite ongewijzigd: Wij blijven tot de „overwinning.” Maar wat beschouwt hij als de „overwinning?”
Verschillende Republikeinen hebben al aangedrongen op een koerswijziging van Washington, maar Bush wil daar niets van weten. „De overwinning in Irak is mogelijk en is bovendien cruciaal in het kader van de strijd tegen het terrorisme”, aldus de president.
Noodlottig
Bij de verkiezingen in 2002 en 2004 scoorden de Republikeinen goed op het punt van terreurbestrijding, maar enkele recente peilingen geven aan dat nu voor het eerst een meerderheid van de Amerikanen het antiterreurbeleid liever toevertrouwt aan de Democraten.
Wordt Washingtons Irakbeleid -plus de gestage terugkeer van de taliban in Afghanistan- de Republikeinen bij de komende verkiezingen noodlottig? En als dit voor veel kiezers zo’n kritisch onderwerp is, zoals de peilingen aangeven, waarom snijdt de president het dan zo kort voor de verkiezingen zo prominent aan?
Politiek analist Leon Hadar van het Cato Research Instituut in Washington (DC): „Omdat hij het negatieve nieuws uit Irak eenvoudig niet meer kon negeren; daarom zei hij ook dat ook hij niet tevreden was met de ontwikkelingen daar, maar dat men geduld moet hebben. Zijn boodschap luidde in feite: Het ziet er misschien somber uit, maar de situatie in Irak is in feite minder somber dan sommigen denken. De president hoopt duidelijk dat de kiezers deze boodschap op verkiezingsdag niet vergeten zijn.”