Deur
De ziel moet eerst verbrijzeld worden, voordat zij door Christus kan worden bewoond. Dit werd in de oude wet voorzegd en was hiervan een symbool. Voordat het volk van Israël het land Kanaän binnenging en voordat God hen bracht in het land der beloften, moesten zij de ontzaglijke en huilende wildernis door.
Hiermee wil de Heere ons deze gewichtige zaak leren, dat de ziel eerst deze rotsachtige wegen van verbrijzeling en vernedering moet gaan, voordat zij waarlijk door Christus in bezit kan worden genomen.Zie dat in Hosea 2:13: „Daarom, zie, Ik zal haar lokken en zal haar voeren in de woestijn en Ik zal naar haar hart spreken…”
In het 14e vers wordt gesproken over een deur der hoop. Dat betekent niets anders dan de verwachting van alle goede gaven uit de hand des Heeren. Zoals Hij handelde ten tijde van Jozua. Ik zal hen eerst het dal der verbrijzeling en der vernedering geven, en dan de poort die toegang verleent tot alle vertroosting en zoete verkwikking hier en hiernamaals.
Zo moet gij ook gaan door de woestijn naar het dal van Achor voordat u kunt komen tot de deur der hoop, tot dit land Kanaän. U moet die verdorvenheden van u stenigen, die de Geest van God vermoeid hebben. Eerst dan wordt er een deur der hoop voor u geopend.
Thomas Hooker, predikant in New England (”De ware zielsvernedering”, 1686)