De grote ketel is gevuld met andere bronzen voorwerpen, zoals wijnzeven en een emmer, en twee maalstenen. De spullen lagen in wat vermoedelijk de kelder van een Romeins huis is geweest, aldus een woordvoerder van de gemeente dinsdag.De vondst van bronzen voorwerpen uit de Romeinse tijd is volgens de stadsarcheologen in heel Europa zeldzaam. Dergelijke spullen werden meestal omgesmolten om er nieuwe gebruiksvoorwerpen van te maken. Omdat de ketel met inhoud zeer fragiel is, is het geheel in één keer uitgegraven. Op een andere plaats zal zeer voorzichtig nader onderzoek worden gedaan.

De bronzen ketel stamt uit het jaar van de Bataafse opstand, in 70 na Christus. De archeologen vermoeden dat de eigenaar van de ketel zijn kostbaarheden in de kelder heeft verborgen. Maar Oppidum Batavorum, zoals Nijmegen in de Romeinse tijd heette, werd platgebrand en de eigenaar is nooit meer teruggekomen om zijn eigendommen op te halen.

De gemeente is bezig met de herinrichting van een deel van het Nijmeegse centrum. Omdat het al vrijwel zeker was dat er bij de graafwerkzaamheden archeologische resten zouden worden gevonden, zijn er eerst archeologen aan het werk gegaan. Enkele weken geleden vonden zij in dezelfde straat funderingen van een Nijmeegse stadspoort uit de middeleeuwen en een stuk stadsmuur. Die vondst heeft nieuwe inzichten opgeleverd over de begrenzing van de stad in het verleden.