Cultuur & boeken

Gereformeerde overgangsfiguur

Titel: ”Een rechtvaardig mens plant een levensboom. Over het leven en werk van Hendrik Bergema”
Auteur: Ineke Bergema en Chris de Jong (red.)
Uitgeverij: Boekencentrum, Zoetermeer, 2006
ISBN 90 239 1007 9
Pagina’s: 242
Prijs: € 22,50.

Dr. C. S. L. Janse
25 October 2006 08:35Gewijzigd op 14 November 2020 04:13

De naam van prof. H. Bergema (1902-1969) zal ook in de kerkelijke sector weinig mensen meer iets zeggen. Hij was nu eenmaal minder spraakmakend dan bijvoorbeeld prof. Verkuyl. Toch heeft Bergema in het midden van de vorige eeuw in de gereformeerde zendingswereld een niet onbelangrijke plaats ingenomen. Dat blijkt wel uit de onlangs verschenen bundel ”Een rechtvaardig mens plant een levensboom”, die op initiatief van zijn dochter is samengesteld. Bergema is te typeren als een overgangsfiguur. Opgegroeid en opgeleid in de vooroorlogse Gereformeerde Kerken, koos hij later voor een meer oecumenische koers. In zijn oratie als zendingshoogleraar in Kampen voerde hij een pleidooi voor het lidmaatschap van de Wereldraad van Kerken, een organisatie waar de Gereformeerde Kerken zich aanvankelijk ver van hielden. Dat pleidooi viel niet bij iedereen in goede aarde.

Terwijl de zendingsdeputaten de voorkeur gaven aan een uitgesproken progressief man als Verkuyl, benoemde de gereformeerde synode Bergema op de bijzondere leerstoel die in Kampen was vrijgekomen na het vertrek van J. H. Bavinck naar de VU. De Kamper curatoren en hoogleraren waren evenmin voor Verkuyl. Zij verwachtten met de andere kandidaat toch wat meer in het traditionele spoor te gaan.

Bergema, wiens gezondheid vaak te wensen overliet, overleed kort na zijn emeritaat. Zijn afscheidsrede ”De toekomst is zijn rijk. Het eschatologisch element in de missiologie” is aan het slot van de bundel opgenomen en van commentaar voorzien door dr. G. J. van Butselaar, voorheen algemeen secretaris van de Nederlandse Zendingsraad.

Wellicht kan van Bergema gezegd worden, wat ook wel eens ten aanzien van zijn Kamper collega Brillenburg Wurth is opgemerkt, namelijk dat hij door zijn vroege dood de afbraak van de Gereformeerde Kerken niet meer behoefde mee te maken. Dat was overigens een ontwikkeling waarvoor zij beiden zelf de deur hadden opengezet!

Deelstaat Oost-Indonesië
Ook op politiek gebied was Bergema actief. Zo schreef hij in de tweede helft van de jaren dertig een uitgebreide artikelenserie voor AR Staatkunde over de etnische verhoudingen en het nationalisme in Nederlands-Indië. Zijn laatste artikel werd overigens (naar alle waarschijnlijkheid) door Colijn geweigerd. Die vond dat Bergema te veel begrip had voor de Indonesische verlangens. Het naoorlogse conflict over de Indiëpolitiek tussen de leiding van de ARP en de gereformeerde zendingsmensen kondigde zich hier al aan.

In de roerige jaren van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd was Bergema lid van het parlement van de door de Nederlanders opgezette deelstaat Oost-Indonesië. Zijn pogingen om de christelijke parlementsleden in één fractie te verenigen, mislukten. Daarvoor waren de politieke tegenstellingen te groot. Ook onder de christelijke afgevaardigden had de republiek van Sukarno nogal wat aanhangers.

Boom des levens
De titel van het boek is ontleend aan Bergema’s omvangrijke dissertatie uit 1938 ”De boom des levens in Schrift en historie”. Daarin gaat hij de samenhang na tussen de boom des levens uit Genesis en allerlei voorstellingen van de levensboom zoals die in verschillende cultuurgebieden (waaronder Java) te vinden zijn. De Leidse emeritus hoogleraar in de godsdienstwetenschap L. Leertouwer becommentarieert Bergema’s proefschrift. Hij doet dat onder de wat badinerende titel ”Dansen om de levensboom”. Leertouwer staat ver af van Bergema’s gereformeerde Schriftbeschouwing en vindt dat deze zich daarmee bij dit onderwerp in een onmogelijke positie heeft gemanoeuvreerd.

In ieder geval geldt dat Bergema het zichzelf extra moeilijk maakte door zijn uitgangspunt dat de voorstellingen die men in het Indonesische cultuurgebied tegenkomt over de levensboom via via ontleend moeten zijn aan die uit het Tweestromenland. Historische ontlening hoeft immers niet (ook niet vanuit gereformeerd standpunt) de enige verklaring te zijn van een bepaalde overeenstemming die men constateert.

Alles bij elkaar een bundel over een gereformeerde hoogleraar die tussen 1930 en 1970 onmiskenbaar zijn inbreng heeft gehad. Tussen de verschillende bijdragen komen nogal wat overlappingen voor. Dat is soms irritant. Een strengere redactie had dat in een aantal gevallen kunnen voorkomen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer