Rebellen Sri Lanka dreigen met geweld
COLOMBO - De rebellen van de Tamil Tijgers (LTTE) op Sri Lanka hebben zaterdag gedreigd de oorlog tegen het regeringsleger uit te breiden naar alle delen van het tropische eiland. „Als de overheid een totale oorlog wil, zal die er komen”, aldus een woordvoerder van de terreurgroep.
Tot dusver speelt de strijd zich vooral af in het noorden en het oosten, ver weg van de toeristenstranden in het westen en zuiden. Maar vorige week sloeg de LTTE al toe in het hart van de toeristenregio. Een zelfmoordaanslag in een marinebasis in de zuidelijke stad Galle was de eerste LTTE-aanslag in dit gebied.De Sri Lankaanse marine sloeg zaterdag terug door twee boten met rebellen van de Tamil Tijgers te verwoesten. Zeker twintig opstandelingen zijn daardoor om het leven gekomen, aldus een woordvoerder van Defensie. Volgens de LTTE vielen er helemaal geen doden. Het was de tweede zeeslag met dodelijke afloop in het noorden van Sri Lanka in 24 uur tijd. Vrijdag doodde de marine bij het schiereiland Jaffna minstens 35 rebellen.
De LTTE strijdt al sinds 1983 voor een onafhankelijke Tamilstaat. Na een wankel staakt-het-vuren dat in 2002 werd gesloten, is het geweld op het eiland de laatste maanden weer opgelaaid.
Het eiland kampt nog steeds met de nasleep van de verwoestende tsunami van eind 2004. Colombo hoopt op een snel herstel van de toeristensector voor de broodnodige inkomsten, maar door het nieuwe geweld is de economische situatie alleen maar verslechterd. Een uitbreiding van de oorlog over het hele eiland kan Sri Lanka economisch en sociaal volledig te gronde richten.
Komend weekeinde staan er vredesbesprekingen op de agenda tussen Colombo en de LTTE. Het is nog de vraag of het beraad doorgaat en of eventuele besprekingen ook werkelijk iets zullen opleveren.
Sri Lanka kent twee dominante etnische groepen, de Singalezen en de Tamils. Beide leefden eeuwenlang overwegend vreedzaam naast elkaar, maar tijdens de Britse kolonisatie (1796-1948) namen de onderlinge spanningen toe.
De verdeel-en-heerspolitiek van de Britten zette vooral bij Singalezen kwaad bloed. Zij meenden dat de Tamils, de hindoeïstische minderheidsgroep, werden voorgetrokken, zeker nadat onder Brits toezicht tienduizenden Tamils werden gedwongen in Singalees en daarmee vooral boeddhistisch gebied te gaan wonen.
Na het vertrek van de Britten ontstond er een vacuüm. In 1956 werd er een wet aangenomen die het Singalees als officiële taal vaststelde en tal van overheidsdiensten stonden voortaan alleen nog open voor Singalezen. Hoewel al snel ook de Tamiltaal officieel werd erkend was er een basis geschapen voor een conflict.
Medio jaren zeventig ontstond er een militante en ook politieke Tamilstroming die pleitte voor een eigen Tamilstaat in het noorden en oosten. In 1976 werd de LTTE opgericht en in 1983 sloeg de vlam in de pan. Na een aanslag van Tamils op militairen in het noorden braken er in Colombo grote en bloedige rellen uit, die algemeen worden beschouwd als het begin van het conflict, waarvan ook dit weekeinde weer de gevolgen zichtbaar waren.
Het leger dat tegen de Tamils strijdt bestaat grotendeels uit Singalezen.