Ramadan
Kunnen christenen leren van moslims? Nou en of. Een paar weken geleden werd de vraag andersom gesteld: de directeur van een Turkse organisatie uitte zijn bewondering over de ingetogen protesten van christenen tegen Madonna. „Die SGP’ers waren heel rustig, heel vroom, en that’s it. Wij missen dat.” Moslims moeten afleren zo reactionair te zijn en daarin kunnen ze een voorbeeld nemen aan christenen, vindt hij.
Omgekeerd valt er ook wat te leren. Maandag is de laatste dag van de ramadan. Hoewel weinig moslims de betekenis van Goede Vrijdag kennen, weet elke catechisant wat de ramadan is: de islamitische vastenperiode. Een maand lang hebben moslims tussen zonsopgang en zonsondergang niet gegeten, gedronken en gerookt.Verreweg de meeste moslims nemen die verplichting serieus. Een paar weken geleden kwam de Palestijnse premier Haniyah in het nieuws omdat hij tijdens een toespraak in Gaza-stad onwel was geworden, waarschijnlijk als gevolg van het vasten. „Ons lichaam mag dan moe worden, maar onze ziel wordt dat niet.” De ramadan is een van de vijf zuilen van de islam, dus er moet een bijzondere reden zijn om zich eraan te onttrekken. De poort van het paradijs gaat slechts open voor degenen die vasten, meent de moslim. Door de gebeden in deze maand krijgen moslims meer zekerheid over de vergeving van hun zonden.
Moeten christenen niet een voorbeeld nemen aan de vastende moslims? Sommigen beschouwen zelfs deze vraag al als gevaarlijk. Waarschuwt Paulus niet tegen het aantrekken van een juk met een ongelovige? „Wat samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden?”
Maar het tot voorbeeld stellen is wat anders dan de samenwerking die Paulus veroordeelt. Wie de vrijmoedigheid van Jehova’s getuigen tot voorbeeld stelt, zal tegelijkertijd wijzen op het wettische karakter van hun ijver en hun dwaling over de Drie-eenheid veroordelen.
Op soortgelijke wijze grepen de reformatoren keer op keer terug op Griekse mythologische figuren of humanistische schrijvers. Niet omdat ze hun gedachtegoed deelden, maar omdat ze uit dat ruwe erts goud smolten voor hun preken. Zoals het volk Israël de gouden en zilveren vaten uit Egypte later omsmeedde om er de ark mee te bekleden.
Zo liggen ook de praktijk van de ramadan en het Bijbelse vasten mijlenver uiteen - dat is buiten kijf. Maar moet de bekendheid van ramadan christenen niet aan het denken zetten over het vasten? Is het niet merkwaardig dat die praktijk zo goed als verleden tijd is?
Het bewijs voor die stelling is lastig te leveren. De Rus die afgelopen week de voorpagina van deze krant haalde na vijftig dagen vasten, was ontevreden omdat de publiciteit uitbleef. Dat kan dus geen christen geweest zijn. Die zal, naar het bevel van Christus in de Bergrede, zijn gezicht wassen zodat de mensen het niet kunnen zien.
Nu er geen publieke vastendagen meer zijn, is het vasten, net als het gebed, een zaak van de binnenkamer. Misschien spreekt daarom niemand erover. Toch moet er dan op z’n minst vanaf de preekstoel op aangedrongen worden.
Een CHE-afstudeeronderzoek toonde vorig jaar aan dat 20 van de 465 ondervraagden aangaven wel eens te vasten. Een groot deel reageerde niet en bijna de helft van degenen die reageerden zei nog nooit over deze vraag te hebben nagedacht.
Die uitkomst stelt teleur, maar verbaast niet. Vasten is bij velen onbekend. De eerste keer dat ik erover hoorde, was van roomse klasgenoten op de middelbare school. Zij mochten op vrijdag geen vlees op hun brood en aten zich rond met carnaval, voordat de vastentijd aanbrak.
Wie nu over vasten begint, ontvangt een meewarige blik, zelfs van Bijbelvaste christenen. Onbegrijpelijk, omdat in het Nieuwe Testament het gebed vaak verbonden wordt met het vasten. „Het is een teken van groot verval in de kerk, dat men zo weinig werk maakt van het vasten”, schreef de theoloog W. à Brakel.
Drie eeuwen later wenst een christelijke minister-president de moslims in Nederland een gezegende ramadan. Vanuit zijn positie had hij beter de christelijke vastendagen weer kunnen instellen. Als dat op de juiste wijze gebeurt, zou God het kunnen zegenen, tot heil van de kerk en van ons land. In deze eeuw zijn de satan en zijn werk manifester dan ooit. De Heere Jezus zei dat het tegenstaan van de duivel onmogelijk is zonder vasten. Is het dan niet grenzeloos hoogmoedig te menen dat wij wel zonder kunnen en dat vasten iets voor moslims is?
S. M. de Bruijn is adjunct-hoofdredacteur van deze krant.