Vandaar dat de EOCKL in Culemborg dinsdag zes nieuwe ruimwagens in dienst nam die totaal niet lijken op legervoertuigen. „Pas als we uitstappen zien de omstanders aan onze uniformen dat we van het leger zijn”, zegt Fiers. De zes Mercedes Sprinters hebben nog het meeste weg van ambulances: dezelfde citroengele kleur en getooid met blauwe zwaailichten. „Zo gaan we een beetje anoniem op in de groep hulpverleners.”

De auto’s staan dag en nacht klaar om uit te rukken. Met 160 kilometer per uur gaat het naar een melding. In de wagens is ruimte voor een klein rupsvoertuigje waarmee op afstand explosieven kunnen worden benaderd. Verder zijn er bommenpakken aanwezig.

De Sprinters, die 85.000 euro per stuk kosten, vervangen de witte Chevrolets van de ruimingsdienst. Die slurpten heel wat weg met hun 1 liter eurobenzine per 2 kilometer. De ruimvoertuigen van Mercedes leggen daarentegen 6 kilometer af met 1 liter diesel.

De EOCKL krijgt gemiddeld zo’n 2200 meldingen per jaar. Volgens Fiers gaat het in 90 procent van de gevallen om bommen en granaten uit de Tweede Wereldoorlog. „Onder de grond zit er meer dan we tot nu toe hebben geruimd.” De andere meldingen gaan om geïmproviseerde explosieven. „Bij alles waar het woord ”bom” bij wordt gespeld, zijn we aanwezig.”

Zo kwam de dienst pas in het nieuws bij de tweede huiszoeking in de woning van Volkert van der G., verdacht van de moord op Pim Fortuyn. Of er in de Harderwijkse woning iets is gevonden wil Fiers niet zeggen. „Maar ze roepen ons er niet voor niets bij.”

De in het opsporen en ruimen van explosieven gespecialiseerde EOCKL is de enige dienst in Nederland die zich met het ruimen bezighoudt. De drie krijgsmachtdelen hebben een eigen ruimdienst. Een melding wordt doorgegeven aan de Explosieven Opruimings Dienst van de luchtmacht, de Duik- en Demonteergroep van de marine of de eigen landmacht.