Kamper Korea na vijftig jaar alweer plat
KAMPEN - De Hanzewijk in Kampen was een voorbeeld van snel en goedkoop bouwen in de naoorlogse tijd. Geen succes dus. Al na vijftig jaar wordt de wijk platgegooid, en herbouwd.
De rand van de Hanzewijk lijkt momenteel meer op oorlogsgebied. De gaten die de sloopmachines in de wijk hebben geslagen bij de Rondweg, vormen tegen de avond een spookachtig beeld aan de Kamper horizon. De achterliggende Sint-Olafstraat biedt, met alle dichtgetimmerde woningen, een al even naargeestige aanblik.De associatie met een oorlogsgebied komt daar niet uit de lucht vallen. Niet voor niets werd de wijk al bij aanleg in de volksmond omgedoopt tot ”Korea”. In eerste instantie vanwege de grote opgespoten zandvlakte waarop de in totaal duizend woningen gebouwd gingen worden. Die riep kennelijk de associaties met het verre oorlogsland op. Daarna waren het de al snel opstekende burenruzies die de bijnaam extra kleur gaf.
Aan de wijk is nu een tentoonstelling gewijd in het Stedelijk Museum van Kampen. Conservator René van Mierlo vertelt dat de oorsprong van de Hanzewijk ligt in de naoorlogse woningschaarste. „Kampen had veel minder woningen dan nodig was. Kinderen bleven vaak bij hun ouders inwonen, ook na het huwelijk. De stad schreeuwde om woningen.”
En woonruimte kwam er, in de Hanzewijk. Zo’n duizend woningen, met drie tot vier kamers. „Dat was groter dan menige bestaande woning in die tijd.”
De wijk, die vanuit de lucht de aanblik geeft van een vis -of een scheepsromp, de historici zijn er niet uitgekomen- is een typisch voorbeeld van zogeheten revolutiebouw: snel en goedkoop. Een uitvloeisel van de Woningwet, waarmee woningen met rijkssubsidie konden worden gebouwd.
Veel kan de overheidssteun niet zijn geweest, want al na zeven jaar kwamen de eerste problemen. De lokale kranten meldden in die tijd de eerste constructiefouten die aan het licht kwamen. Echter, benadrukt een kop in de krant, „bewoners nog steeds dankbaar voor woning.”
In 1952 werden de eerste flats opgeleverd. Even wennen was dat wel voor de bewoners, aldus Van Mierlo. „Het waren de eerste portiekflats van de stad. Er ontstond nogal eens een ruzietje, over wie er wel en niet de hal schoonhield bijvoorbeeld. Of over de natte was van de bovenbuurvrouw die hing te lekken boven de was van de buurvrouw eronder enzovoort.”
Aan alle bevolkingsgroepen werd bij de aanleg van de wijk gedacht. De eerste bouwtekening maakt melding van arbeidersflats en middenstandswoningen. Een stuk werd zelfs speciaal voor ouderen ingericht: de J. H. Kokstraat. Met een derde woonlaag voor, zoals het bestemmingsplan vermeldde: „Werkende dames met een eigen huishouden, zoals leraressen of verpleegsters.”
Ook scholen kwamen er, zoals de Technische Ambachtsschool -naar een ontwerp van professor Lansdorp- en de Meisjes Nijverheidsschool, in de punt van de wijk. Voor de laatste geldt hetzelfde verhaal als voor de wijk zelf. Het gebouw stond er nog maar net of de Kamper volksspraak had de naam al veranderd, in ”spinazieacademie”.
Veel problemen zal het sloopwerk van nu niet opleveren. De constructie van de flatwoningen is vermoedelijk niet al te best. Al in 1963 moesten de eerste woningen in de wijk worden gesloopt. De grond van de Colijnstraat verzakte dermate dat acuut instortingsgevaar bestond. De verzakkingen bleven ook later opspelen.
Mede door de woonproblemen is de doorstroom in de wijk altijd hoog geweest, vertelt Van Mierlo. „Aanvankelijk woonden er nog artsen en officieren van het Kamper garnizoen in de wijk. Maar dat was snel voorbij. De wijk trok later veel gastarbeidersgezinnen aan.”
Ook de studentenpopulatie van de Hanzestad vond er onderdak. Van Mierlo: „Bejaarden naast studenten. Dat geeft al aan: een ideale mix is het in de Hanzewijk nooit geworden.”
Voor de 1000 hoogbouwwoningen komen 900 woningen in de plaats, voornamelijk laagbouw. Een kunststukje, op dit relatief kleine gebied van zo’n 24 hectare. „Gelukkig was de opzet van de wijk destijds vrij ruim, met groen tussen de flats. Dat worden nu de achtertuinen van de nieuwbouw.”
Na vijftig jaar valt dus het doek voor de Hanzewijk. Snel, voor een woonwijk, concludeert Van Mierlo. Maar veel mensen moet dat niet aan het hart zijn gegaan, zegt hij. „Er heeft hoegenaamd geen protest geklonken.”